dinsdag 6 december 2016

Kortenbergse gemeenteraad eensgezind over luchthavendossier


Burgemeester Chris Taes (CD&V) gaf op de gemeenteraad toelichting bij de stand van zaken rond het toekomstplan van luchthavenuitbater Brussels Airport Company (BAC) in verband met de nationale luchthaven.

Op 17 november jl. werd het college van burgemeester en schepenen door de luchthavenuitbater uitgenodigd voor een bondige toelichting bij het toekomstplan van de luchthavenuitbater met als horizon 2040.

Bij die toelichting werd het evidente economische en tewerkstellingsbelang van de luchthaven in de verf gezet en werd de ambitie van de luchthavenuitbater duidelijk om tegen 2040 het volume van passagiers- en cargovervoer ten opzichte van vandaag te verdubbelen. Niemand betwist het economische belang van de luchthaven als tweede belangrijkste economische poort van het land.

Toch heerst er bij de voltallige gemeenteraad grote bezorgdheid om een aantal zeer belangrijke elementen in het toekomstplan van BAC:

  1. In één van de scenario’s wordt een verlenging van startbaan 25L met 900 meter in het vooruitzicht gesteld.  Dat is voor het gemeentebestuur volstrekt onaanvaardbaar, omdat dit de leefbaarheid van de hele dorpskern van Erps-Kwerps onmogelijk zou maken.  Mocht BAC eraan denken om dit scenario verder uit te werken, dan zal het gemeentebestuur van Kortenberg alle politieke, juridische en democratische middelen inzetten om dit te verhinderen.
  2. In het toekomstplan is sprake van een ‘zuidelijke ontsluiting’ van de luchthaven vanuit de E40.  Concrete tracés of plannen hiervoor zijn niet beschikbaar.  De gemeenteraad spreekt zich ondubbelzinnig uit tegen een ‘zuidelijke ontsluiting’ die de schaarse open ruimte in Everberg en Kortenberg zou doorkruisen. 
  3. Op dit ogenblik is er een totaal onevenwicht in de verdeling van de lusten en lasten van de luchthaven tussen de Vlaamse Rand en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.  De gemeenteraad van Kortenberg eist dat eerst een duurzame oplossing voor het rechttrekken van het bestaande onevenwicht wordt uitgewerkt via een federale Vliegwet, vooraleer nieuwe uitbreidingsplannen worden gerealiseerd.  Het is immers onmiskenbaar dat de voorliggende uitbreidingsplannen het bestaande onevenwicht alleen maar zullen vergroten en versterken.
  4. Door de bekendmaking van het toekomstplan van BAC, zijn de bouwgronden en het vastgoed in de onmiddellijke omgeving van de mogelijke ‘ingrepen’ voor de luchthavenuitbreiding (verlenging van de taxibaan en/of verlenging van de landingsbaan) in potentiële waarde gedaald.  Het vooruitzicht van een belangrijke ruimtelijke ingreep in de rechtstreeks geviseerde wijken en straten in Erps-Kwerps, zorgt onvermijdelijk voor een waardedaling bij een mogelijke verkoop van vastgoed.  De gemeenteraad eist een passende oplossing voor dit probleem.

De voltallige gemeenteraad van Kortenberg is vastberaden om, over alle partijgrenzen heen, eensgezind de belangen van de omwonenden in dit belangrijke dossier te blijven verdedigen, volgens de principes die werden vastgelegd in het ‘minderhinderplan’.

Daarom gaat het gemeentebestuur in op het aanbod van luchthavenuitbater BAC om concrete toelichting te komen geven over de toekomstplannen op een raadscommissie ‘ad hoc’, waarin alle gemeenteraadsfracties vertegenwoordigd zijn, en waarop ook vertegenwoordigers van bewonersgroep Decibel 25L en andere geïnteresseerden zullen worden uitgenodigd.  De datum voor dit overleg moet nog worden bepaald. 

Intussen blijft het gemeentebestuur dit dossier met de grootst mogelijke aandacht opvolgen en dringt het er bij BAC en alle betrokken overheden op aan om helder en transparant te communiceren naar de betrokken inwoners.

Wegenis- en rioleringswerken + RWA-bekken in Vogelenzangstraat


De Kortenbergse gemeenteraad nam kennis van de bezwaren en opmerkingen die ontvangen werden tijdens het openbaar onderzoek in verband met de wegenis- en rioleringswerken en de aanleg van een regenweerafvoerbekken (RWA-bekken) in de Vogelenzangstraat. De 28 ontvangen bezwaren en opmerkingen over de wegenis werden ontvankelijk maar ongegrond verklaard.


Op 13 juli 2015 diende Aquafin bij de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar een aanvraag in tot vergunning voor het uitvoeren deze werken. Van 22 juli tot 21 augustus 2015 werd een openbaar onderzoek met betrekking tot deze vergunningsaanvraag ingesteld.


De Vogelenzangstraat en de Vierhuizenstraat zijn formeel ‘buurtwegen’. Daarom moest een procedure voor (gedeeltelijke) wijziging van de buurtwegen gevolgd te worden, waarbij de gemeenteraad beslist over het nieuwe tracé en over de wijziging van de buurtwegen en de rooilijnen van deze buurtwegen alvorens de beslissing over de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag kan worden genomen. Tijdens de gemeenteraad van 5 oktober 2015 werd het rooilijnplan voor beide buurtwegen alsook het wijzigingsplan definitief vastgesteld, en op 10 december 2015 werden deze plannen door de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant goedgekeurd.

 

Twee beroepen werden ingediend tegen deze beslissing van de deputatie. Beide beroepen werden inmiddels per ministerieel besluit verworpen, waardoor de goedkeuringsbeslissing van de deputatie voor de buurtwegen nu definitief is.


Op voorstel van schepen van openbare werken Bart Nevens (N-VA) bevestigde de gemeenteraad zijn akkoord met de plannen die deel uitmaken van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, zoals reeds vastgesteld in de gemeenteraad van 29 juni 2015. De wegenis- en rioleringswerken komen ten goede aan het openbaar domein.

 
Concreet zullen de verouderde rijwegen worden heraangelegd, zal een degelijk voetpadennetwerk worden aangelegd en zal het rioleringsstelsel worden verbeterd door het aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel met afkoppeling van de afvoer van het hemelwater en door het opvangen van een gemengd rioleringsstelsel. Voor de weginrichting en voor de aanleg van de voetpaden wordt rekening gehouden met de inplanting van de bebouwing; toch zal een beperkte grondinname nodig zijn. De werken kunnen pas starten wanneer de nodige grondinnames in orde zijn.


De uitvoering van deze belangrijke wegenis- en rioleringswerken wordt geraamd op € 1.531.993,80. 

Chirolokalen Everberg: intentieverklaring voor erfpachtovereenkomst


Op voorstel van schepen van jeugd Harold Vanheel (N-VA) en burgemeester Chris Taes (CD&V), bevoegd voor kerkbesturen, keurde de gemeenteraad een gezamenlijke intentieverklaring tussen het gemeentebestuur van Kortenberg en het kerkbestuur van Everberg goed, waarbij de grond voor de chirolokalen van Everberg in erfpacht zal worden gegeven aan het gemeentebestuur. Het gemeentebestuur kan namelijk alleen als bouwheer optreden wanneer het een ‘zakelijk recht’ heeft op de grond waarop een gebouw wordt neergezet.  
Volgens de goedgekeurde intentieverklaring zal voor een periode van 40 jaar een erfpachtovereenkomst worden afgesloten voor een stuk grond die eigendom is van het kerkbestuur van Everberg en dat gelegen is aan de Annonciadenstraat. Het kerkbestuur zal hiervoor een jaarlijkse vergoeding krijgen. Daarnaast blijft de gemeente Kortenberg– zoals nu reeds het geval is – instaan voor het onderhoud van de overige oppervlakte van het perceel dat niet in erfpacht wordt gegeven. De kerkfabriek staat toe dat de bouwwerken gestart worden in afwachting van de praktische en administratieve uitvoering van de erfpachtovereenkomst.

Nieuw reglement bevordert participatie van kansengroepen in Kortenberg


Op voorstel van de schepenen Ann Vannerem (CD&V), Kristien Goeminne (CD&V) en OCMW-voorzitter Alexandra Thienpont (CD&V) keurde de gemeenteraad een nieuw reglement goed dat de participatie van kansengroepen aan vrijetijdsinitiatieven wil bevorderen.  Bedoeling is om de vrijetijdsparticipatie (jeugd, cultuur en sport) van maatschappelijk kwetsbare inwoners te stimuleren. De gemeente en het Welzijnshuis stellen hiervoor financiële middelen voor ter beschikking.
Concreet zal er gewerkt worden met een vrijetijdspas per familie die hiervoor volgens de sociale dienst van het Welzijnshuis in aanmerking komt. Deze geeft recht op onmiddellijke kortingen voor bepaalde gemeentelijke activiteiten en op een tussenkomst bij deelname aan vrijetijdsinitiatieven georganiseerd door externe partners. Het reglement treedt in werking op 1 januari 2017.

Ontradende belasting tegen verspreiding van niet-geadresseerd drukwerk

Vele inwoners beklagen zich erover dat ze ongevraagd reclamedrukwerk in hun brievenbus krijgen.  Het gemeentebestuur stelt al geruime tijd stickers ter beschikking waarmee inwoners te kennen kunnen geven dat ze geen boodschap hebben aan dat reclamedrukwerk.  De Kortenbergse gemeenteraad ging op voorstel van schepen van financiën Harold Vanheel (N-VA) nog een stapje verder en besliste om vanaf 2017 een belasting te heffen op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken.  Met deze maatregel wil het gemeentebestuur de ongebreidelde verspreiding van reclamedrukwerk tegengaan én zal het deze milieuonvriendelijke praktijk bestraffen.


Het reclamedrukwerk van erkende Kortenbergse verenigingen voor sociale of culturele doeleinden, publiciteit van vormings- en onderwijsinstellingen of drukwerk van politieke partijen is vrijgesteld van deze belasting. De belasting wordt vastgesteld op 0,05 euro per verspreid exemplaar met een minimumheffing van 15 euro per verspreiding. De verspreiding moet minstens 24 uren op voorhand worden aangegeven aan de gemeentelijke diensten. Het aangifteformulier vindt u op www.kortenberg.be (Diensten / Financiën / Belastingen en retributies). 

Ambitieus budget 2017 en meerjarenplanning in evenwicht

Schepen van Financiën Harold Vanheel (N-VA) lichtte op de gemeenteraad de krachtlijnen toe van het budget 2017 en de aangepaste meerjarenplanning voor de periode 2014-2019.


De basis voor de Beleids- en Beheerscyclus (BBC) 2014-2019 wordt gevormd door:


    • Beleidsprogramma 2013-2018 als strategisch uitgangspunt.
    • Omgevingsanalyse.
    • Economische context en evoluties die de komende jaren de gemeentefinanciën zullen bezwaren.
    • De (positieve) impact van de uitwerking van de organisatie-doorlichting is niet verwerkt in het meerjarenplan.
       
      Op basis van de resultaten van het lopende jaar 2016, en rekening houdend met een aantal gewijzigde, voornamelijk financiële externe omstandigheden en een aantal aanpassingen aan de investeringsprioriteiten, wordt voor 2017 een begroting met een positief exploitatieresultaat van € 4.219.452 voorgesteld.
      De exploitatiekosten blijven globaal onder controle met een stijging van 1,4% in vergelijking met 2016. Er zijn zeker geen blinde besparingen op personeel (kosten stijgen met 5,3%). De algemene werkingskosten dalen licht -1,6% dankzij een blijvende rationele kostenbeheersing. Voorbeeld hiervan is de besparing op de verzekeringsportefeuille na de doorlichting (ca € 55.000 per jaar).
      De uitgaven voor werkingssubsidies liggen in lijn met 2016. In het budget 2016 was reeds rekening gehouden met de verhoging voor de brandweer. Deze kost de gemeente Kortenberg ca € 1,2 miljoen extra tegenover de initiële raming.
      Voor de Politiezone Herko blijft de gemeentelijke bijdrage behouden, ondanks het feit dat er ruimte was om de jaarlijks voorziene stijging met 3% af te bouwen. Er is geopteerd in overleg met Herent om deze middelen te investeren in de aanwerving van twee extra inspecteurs op het terrein.
      Inzake fiscale inkomsten noteren we een verhoging van ca € 1 miljoen in vergelijking met 2016. Deze is voornamelijk toe te wijzen aan twee elementen:


  1. Na jaren van discrete ijveren plukken we de vruchten van de zetelverplaatsing van D’Ieteren Lease naar Kortenberg. Dit heeft een positief effect op de Opdeciemen verkeersbelasting van ca 731.000 euro in 2017. Voor de periode 2016-2019 betekent dit ca € 2,2 miljoen euro extra inkomsten voor de gemeente Kortenberg. Voor alle duidelijkheid: dit is voor het bedrijf in kwestie geen belastingverhoging, maar nu zijn de (administratieve) lasten en de (financiële) lusten voor dezelfde locatie bestemd.
  2. Daarnaast wordt er een belasting op reclamedrukwerk ingevoerd. Dit levert volgens raming ca € 300.000 per jaar op vanaf 2017. Tot slot zijn er een aantal kleinere herramingen voor de Aanvullende Personenbelasting (+ € 376.000 in MJP) en de Opcentiemen op Onroerende Voorheffing (+ €182.000 in MJP).


De investeringen voor 2017 worden geraamd op € 10.097.313. Dit houdt rekening met de overdracht een aanpassing van enveloppes per einde 2016 (via BW2 2016) en een aantal nieuwe investeringslijnen. Hiervoor worden tevens € 2.144.464 aan subsidies en tussenkomsten van de hogere overheid zoals de provincie, voorzien.


De belangrijkste investeringsprojecten voor 2017 zijn:


      • aanleg van de HST fietsroutenetwerk
      • heraanleg Negenhoek, Kapellestraat en omliggende straten
      • nevenbestemming Kerk Kortenberg
      • rioleringswerken Sterrebeeksesteenweg
      • heraanleg Vogelenzangstraat
      • (her)aanleg diverse voet- en fietspaden
      • renovatie Berkenhof
      • bouw chirolokaal Everberg
      • nieuw dienstverleningsconcept in het gemeentehuis
      • bouw nieuwe vleugel lagere school Meerbeek (de Boemerang). Technisch gezien komt dit pas in 2019 zichtbaar in de investeringen gezien het een promotie-bouw project is.
         


Over de hele beleidsperiode 2014-2019 zijn beide financiële parameters, met name het resultaat op kasbasis en de autofinancieringsmarge, ruim in evenwicht. De gemeentefinanciën van Kortenberg zijn dus ontegensprekelijk gezond.

vrijdag 2 december 2016

Burgemeestersoverleg Oost-Brabant solidair met inwoners luchthavenomgeving


Het Burgemeestersoverleg Oost-Brabant kant zich in een gezamenlijke persmededeling tegen om het even welke uitbreiding van de luchthaven van Zaventem, zolang er geen eerlijke spreiding van de hinder is.

Een evenwichtige verdeling van lasten en lusten is volgens de burgemeesters van het arrondissement Leuven een absolute voorwaarde vooraleer er kan worden gesproken over nieuwe plannen voor de luchthaven. Zowel ten oosten van Zaventem als ten westen daarvan, moeten de vliegroutes worden vastgesteld in de eerste plaats op basis van veiligheidsregels en technische normen. Binnen die technische mogelijkheden moet de hinder van de vliegtuigen eerlijk worden gespreid over alle inwoners van de regio, of het nu Vlamingen, Brusselaars of Walen zijn.

Op dit ogenblik is die eerlijke spreiding er niet. Zolang minister François Bellot daarvoor niet zorgt, zeggen de Oost-Brabantse burgemeesters ‘njet’ tegen elke uitbreiding van de luchthavenactiviteiten.

Hartverwarmend voor de inwoners van Erps-Kwerps en Kortenberg is dat de voltallige burgemeestersgroep van het arrondissement Leuven in diezelfde mededeling een ondubbelzinnig standpunt heeft ingenomen over de mogelijke verlenging van startbaan 25L: “Een verlenging van de landingsbaan 25L is sowieso onbespreekbaar, omdat deze als gevolg zou hebben dat de hinder verder verschuift naar Vlaanderen, en de dorpskern van Erps-Kwerps (Kortenberg) volledig onleefbaar zou worden.”  Dat standpunt, over partijgrenzen heen, laat aan duidelijkheid niets te wensen over en betekent een sterk engagement om deze ‘dwaze piste’ van de baan te helpen.

In het zogenaamde ‘Burgemeestersoverleg’ bespreken de 30 burgemeesters van het arrondissement Leuven verschillende beleidskwesties en overleggen ze over de uitdagingen waar onze regio voor staat. Zo komen onder meer het mobiliteitsvraagstuk, ruimtelijke ordening, wonen en werken in de regio aan bod. Ze willen aangelegenheden die voor de ganse regio van belang zijn, gezamenlijk, en over alle partijgrenzen heen, verdedigen bij de Vlaamse en de Federale overheid.

De burgemeesters van volgende gemeenten en steden zijn in het burgemeestersoverleg Oost-Brabant vertegenwoordigd: Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Bertem, Bierbeek, Boortmeerbeek, Boutersem, Diest, Geetbets, Glabbeek, Haacht, Herent, Hoegaarden, Holsbeek, Huldenberg, Keerbergen, Kortenaken, Kortenberg, Landen, Leuven, Linter, Lubbeek, Oud-Heverlee, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tervuren, Tielt-Winge, Tienen, Tremelo, Zoutleeuw.

donderdag 17 november 2016

Kortenberg radicaal tegen mogelijke verlenging van landingsbaan 25L

Het gemeentebestuur van Kortenberg heeft met zeer grote bezorgdheid kennis genomen van het zogenaamde ‘masterplan’ van luchthavenuitbater BAC, waarin een toekomstvisie wordt ontwikkeld voor de luchthaven van Zaventem tegen 2040.

Zonder reeds alle details van het plan te hebben bestudeerd, stelt het gemeentebestuur van Kortenberg vast dat, om op termijn de capaciteit van de luchthaven te vergroten, twee opties worden voorgesteld: één met een verlenging van de huidige startbaan 25L en één zonder die verlenging.

Het gemeentebestuur van Kortenberg verzet zich met alle mogelijke middelen tegen de optie waarbij de landingsbaan 25L met ca. 800 meter zou worden verlengd, waardoor de leefbaarheid van de hele dorpskern van Erps-Kwerps onvermijdelijk zou worden teniet gedaan.  De landingsbaan zou dan parallel liggen met een grote woonwijk en de hinder zou de volledige dorpskern onbewoonbaar maken.

Het gemeentebestuur van Kortenberg roept alle Vlaamse politieke partijen op alle bestuursniveaus op om bij de concrete besluitvorming rond dit ‘masterplan’ de denkpiste rond de verlenging van landingsbaan 25L onmiddellijk van tafel te vegen. Het gaat immers om de pure leefbaarheid van een lokale gemeenschap van 6000 mensen die onherroepelijk teniet zou worden gedaan.  De landingsbaan zou worden aangelegd, parallel met een woonwijk op een afstand van nauwelijks enkele honderden meters.  Twee gemeenten (Kortenberg en Steenokkerzeel) zouden rechtstreeks in hun elementaire functies worden bedreigd.

Bovendien kan de door BAC gewenste uitbreiding van capaciteit perfect worden gerealiseerd zonder verlenging van startbaan 25L.  Dat staat met zoveel woorden in datzelfde ‘masterplan’.  Het resultaat qua capaciteit is exact hetzelfde, mét of zonder verlenging van de startbaan.  Ook in die tweede optie moet overigens nog grondig bekeken worden of de hinder van opstijgende en landende vliegtuigen voor de betrokken gemeenten al dan niet aanvaardbaar is. Het zou absurd en onverantwoord zijn om een verlenging van een startbaan door te voeren die duizenden mensen in hun elementaire levenscomfort zou aantasten, wanneer hetzelfde resultaat bereikt kan worden zonder die ingreep.

Het gemeentebestuur van Kortenberg eist dat bij de verdere uitwerking van het ‘masterplan’ de lasten en lusten van de luchthaven rechtvaardig verdeeld worden. Dat houdt onder meer in dat niet alleen de Vlaamse Rand de ‘lasten’ van lawaai en mobiliteit moet dragen, maar dat ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een fair aandeel van de vluchten voor zijn rekening moet nemen.  Het voorstel om landingsbaan 25L te verlengen zou er op termijn voor zorgen dat nog méér vluchten boven de regio Kortenberg, Herent, Leuven zouden opstijgen en dat Brussel helemaal ontzien zou kunnen worden.

Het college van burgemeester en schepenen zal zo spoedig mogelijk met BAC een overleg organiseren, waarop ook de bevoegde gemeenteraadscommissie en de bewonersgroep Decibel 25L zullen worden uitgenodigd, om de plannen in detail toe te lichten en om de gelegenheid te bieden vragen te stellen.  Daarbij zullen ook andere thema’s aan bod komen, zoals de ontsluiting van de luchthaven en de toekomstvisie op bedrijventerreinen.

 

Parochiearchief van Meerbeek geopend in Erfgoedhuis

Op donderdagavond 17 november 2016 werd in het Erfgoedhuis van Kortenberg het parochiearchief van Meerbeek feestelijk opengesteld.  Ereburgemeester Dr. Henri Vannoppen verzorgde de inleiding.  Gelegenheidstoespraken werden gehouden door Danny Laes, namens de kerkraad van Meerbeek, Deken Patrick Maervoet, historicus Chris Borgions en burgemeester Chris Taes (CD&V).
Taes zei dat er aan de vooravond van de viering van 900 jaar parochie Sint-Antonius in Meerbeek geen betere prelude kon zijn dan de opening van het parochiearchief.

Een dergelijk parochiearchief biedt immers een schat aan informatie over het kerkelijke, het parochiale, maar ook het gewone burgerlijke leven in een periode waarin gegevens door andere verantwoordelijken nog niet zo nauwgezet en systematisch werden bijgehouden.  In die zin kunnen parochiearchieven zeker worden beschouwd als de voorlopers van de huidige registers van de burgerlijke stand, die door de steden en gemeenten worden beheerd.
Bovendien was de parochiepastoor in de 19de eeuw lid van het armbestuur, het zogenaamde bureel van weldadigheid. Het archief van het armbestuur kwam op die manier ook in het kerkarchief terecht (met een overzicht van rekeningen, uitdelingen, begrotingen). Dat betekent dus dat het parochiearchief ook een soort van O.C.M.W.-archief avant-la-lettre bevatte voor de 19de eeuw. Dat is interessant voor de sociale geschiedenis van de parochie en de gemeente en biedt ons inzicht in de manier waarop “zorg” toen werd geïnterpreteerd.
Uiteraard komt ook de zorg voor het kerkgebouw aan bod in het archief van de parochie. Samen met de plannen van de 18de eeuwse pastorie en een beschrijving van de vele kapelletjes die Meerbeek rijk was (en nog steeds is), biedt dit nuttig informatie voor de Gemeentelijke Erfgoedcommissie en voor het gemeentebestuur, met het oog op het behoud en de bescherming van het erfgoed en op mogelijke restauratiewerken.
De studie van parochiearchieven is niet alleen in Kortenberg een hot item.  Nog geen twee maanden geleden, op 30 september 2016, werd in het Rijksarchief te Brussel een volledige studiedag gewijd aan de bewaring en het beheer van parochiearchieven.
Uit de uiteenzetting van Jaak Ockeley op die studiedag haal ik enkele interessante elementen:

De kerkfabriek is een openbare organisatie die uit de tijd van Napoleon dateert, maar kende eigenlijk al een voorloper in het Ancien Régime, m.n. de zogenaamde fabrica ecclesiae, waarin samen met de pastoor twee kerkmeesters zetelden. Om de continuïteit te verzekeren werd ieder jaar één kerkmeester vervangen. Sinds Napoleon telt de kerkraad vijf of negen leden. Dat aantal was afhankelijk van het feit of de parochie meer of minder dan 5000 inwoners telde. De pastoor en de burgemeester waren lid van rechtswege.

In de notulen van de vergaderingen van de kerkfabriek noteerde de secretaris, naast de besproken onderwerpen en de genomen beslissingen, ook de namen van de aanwezige leden. Meestal, zeker tot het midden van vorige eeuw, ging het om notabelen van de parochie, met op het platteland de kasteelheer, de notaris, de brouwer, een pachter, de schoolmeester, een kapitaalkrachtige handelaar (hij moest zich met eigen vermogen als schatbewaarder borg stellen voor het financiële beheer). Zeker in de 19de eeuw en nog tot het midden van de 20ste werd deze taak vaak van vader op zoon doorgegeven.

Een omvangrijk deel van het archief van de kerkfabriek, wordt meestal gevormd door de kerkrekeningen. Deze zijn niet alleen van belang voor het volgen van het financieel beheer, maar ook om datgene wat voor de historicus te distilleren valt in de verschillende posten van de inkomsten als in deze van de uitgaven.

Het Kerkelijk Wetboek verplicht de pastoor parochieboeken bij te houden. Er moet een afzonderlijk register zijn voor de registratie van dopen, huwelijken en een waarin hij de overlijdens, eigenlijk de kerkelijke begrafenissen noteert. Van de pastoor wordt verwacht dat hij deze registers nauwkeurig bijhoudt en ze ook zorgvuldig bewaart.

De registratie van deze “stappen” in het leven van een gelovige werd reeds verplicht door het concilie van Trente (1563), maar het gebeurt vaak dat de registers pas worden bijgehouden na de godsdiensttroebelen, dus in het laatste decennium van de 16de of het begin van de 17de eeuw.

Gelukkig voor de geschiedkundigen en voor andere geïnteresseerden, kunnen we die parochieregisters nu nog raadplegen, want in de beginjaren van de burgerlijke stand was de registratie van de ‘levensstappen’ verre van volledig. Hier bieden de parochiale registers een zeer welkome aanvulling.

Genealogen en familiekundigen hebben de parochieregisters uitgevlooid, niet alleen om “stambomen te maken”, maar in vele dorpen ook om gezinsoverzichten samen te stellen. Demografen maken van deze registers gebruik om de loop van de bevolking te becijferen, en omdat vanaf 1779 ook de geboorteplaats moest worden aangeduid, om de migratie te onderzoeken.

Ook voor het sociolinguïstisch onderzoek naar voornamen en familienamen, zijn deze registers van primordiaal belang. Sinds wanneer wordt bijvoorbeeld meer dan één voornaam gegeven, gaat het om louter heiligennamen of kozen ouders ook voor een meer klankrijke naam voor hun kind?  In welke mate bepaalt de patronus van de parochie de keuze van de voornaam? De relatie tussen de voornaam van de dopeling en deze van de peter of de meter kan trouwens alleen maar onderzocht worden door een zorgvuldig uitpluizen van de doopregisters bewaard in het parochiale archief.

Het is dus duidelijk dat parochieregisters van bijzonder grote waarde zijn voor de historische studie van onze lokale gemeenschap.

Burgemeester Chris Taes besloot: “Ik ben allen die betrokken zijn bij het openstellen van het parochiearchief van Meerbeek dan ook bijzonder dankbaar voor het ontsluiten van deze rijke schatkamer.”

Wie de tentoonstelling rond het parochiearchief wil bekijken, kan terecht in het Erfgoedhuis van Kortenberg op het Dorpsplein in Erps-Kwerps.

dinsdag 8 november 2016

Uitbreiding en renovatie voor basisschool De Boemerang in Meerbeek

Nadat het Kortenbergse college van burgemeester en schepenen had vastgesteld dat het onverantwoord lang zou duren om de aanbouw van een nieuwe vleugel voor de kleuterschool en de restauratie van het kloostergebouw voor basisschool ‘De Boemerang’ in de A. Dewitstraat te Meerbeek volgens de klassieke subsidiëringsprocedure te laten verlopen, keurde de gemeenteraad een voorstel goed om de bouwplannen te realiseren via een promotieovereenkomst voor bouw en financiering (build and finance). 

Daarmee kwam de gemeenteraad terug op een beslissing van de vorige bestuursperiode.  In december 2011 werd op voorstel van de toenmalige schepen van onderwijs immers beslist een subsidiëringsdossier voor deze werken in te dienen bij AGIOn (Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs).  In januari 2012 kreeg het gemeentebestuur het bericht dat de aanvraag op de ‘wachtlijst van de aanvragen om subsidiëring’ geplaatst werd.  Omdat er na vier jaar nog steeds geen concreet vooruitzicht was in verband met de definitieve behandeling van het dossier, besloot het college een andere weg te kiezen.  Op 23 maart 2016 gaf AGIOn groen licht voor de realisatie van het bouwproject via de voorgesteld promotieovereenkomst.

Schepen van onderwijs Sabine Ledens (N-VA) lichtte de bouwplannen toe, die voordien grondig waren doorgenomen met de bevoegde instanties van basisschool ‘De Boemerang’.  De kostprijs voor de uitvoering van het project wordt geraamd op 2.799.829,25 euro excl. BTW of 2.967.819,01 euro incl. BTW (6%).  De aanbesteding van de werken kan nu relatief snel volgen.

Hiermee komt de bestuursmeerderheid haar belofte na om in de loop van deze legislatuur de basisschool van Meerbeek te moderniseren en de kleuterschool te verhuizen naar de campus op de A. Dewitstraat.

Nieuw subsidiereglement voor grootschalige jeugdevenmenten

Enige tijd geleden keurde de gemeenteraad op voorstel van schepen Ann Vannerem (CD&V) een reglement goed voor de subsidiëring van grootschalige bovenlokale culturele evenementen goed.  Daarmee wil het gemeentebestuur een duwtje in de rug geven aan initiatieven met een brede uitstraling, gericht op een ruim publiek en met een culturele meerwaarde.  Het Crisisfestival in Erps-Kwerps is daarvan een voorbeeld.
 
Bij de evaluatie van dit reglement bleek dat het geen concrete oplossing bood voor grootschalige jeugdevenementen.  Daarom vroeg het college van burgemeester en schepenen aan collega Harold Vanheel (N-VA) om, in samenwerking met jeugddienst en jeugdraad, een apart subsidiereglement uit te werken voor grootschalige jeugdevenementen.
De gemeenteraad keurde dit nieuwe reglement goed.
Het subsidiereglement heeft als doel erkende Kortenbergse Jeugdverenigingen te ondersteunen bij de organisatie van evenementen, die voldoen aan de volgende voorwaarden:
1° Het evenement overstijgt de gewone jeugdwerking en sluit aan bij één of meer van de volgende functies: ontmoeting, gemeenschapsvorming, cultuur, sport, maatschappelijke activering. De organisatie van fuiven wordt expliciet uitgesloten.
2° Het evenement speelt zich af binnen de gemeentegrenzen van Kortenberg.
3° Het evenement heeft een openbaar karakter en is voor iedereen toegankelijk.
4°Het evenement heeft een publieksbereik van minimum 250 bezoekers.
De toegang tot het evenement is financieel laagdrempelig. De opbrengst van het evenement is uitsluitend bestemd voor de werking van de vereniging. Puur commerciële, alsook discriminerende en politieke activiteiten en activiteiten die indruisen tegen de openbare orde en de goede zeden komen niet in aanmerking voor betoelaging.
6° Het evenement richt zich naar jongeren en gezinnen. Het project heeft een belangrijk aantoonbaar luik dat gericht is op kinderen en jongeren tussen 3 en 25 jaar.
7° Het evenement heeft in het verleden al minstens 1x plaatsgevonden.
Het evenement wordt ruim bekend gemaakt binnen de gemeentegrenzen.

Binnen de begrotingspost ‘Voorzien van subsidies voor jeugd via het subsidiereglement’ wordt jaarlijks een subsidiekrediet van € 1.500 voorzien.

Gemeentelijke toelage aan oudercomités

De Kortenbergse gemeenteraad keurde de toelage aan de oudercomités van de gemeentescholen, de vrije school en de gemeenschapsschool goed.

Schepen van onderwijs Sabine Ledens (N-VA) lichtte toe hoe de toelage aan de verschillende oudercomités wordt berekend en verdeeld: het totaal bedrag van € 2.900 wordt onder de zes oudercomités verdeeld worden naar rato van het aantal leerlingen (kleuter en lager) dat officieel ingeschreven was op 01.10.2016 en dat woonachtig is in de gemeente. De toelage moet gebruikt worden voor andere doeleinden dan sociale voordelen en mag niet besteed worden aan ‘normale’ werkingskosten zoals b.v. schoolkrantje, sportdag, materieel voor naschoolse activiteiten, speeltuigen, schoolfeest, ... Uitgaven voor publiciteit worden niet aanvaard.

Kerkenplan

Kortenberg is één van de eerste gemeenten waar een ‘kerkenplan’ wordt voorgelegd.  Een kerkenplan wordt opgesteld door het centraal kerkbestuur, waarin vertegenwoordigers van alle parochiebesturen (de zogenaamde ‘kerkfabrieken’) hun inbreng hebben.  Het ‘kerkenplan’ is een document dat decretaal verplicht is en waarin het centraal kerkbestuur de visie uiteenzet op de toekomst van de kerkgebouwen in al deze parochies.

Burgemeester Chris Taes (CD&V) gaf op de gemeenteraad een verslag over de bespreking van het ‘kerkenplan’ in de bevoegde gemeentelijke raadscommissie.  Uit die bespreking blijkt dat op dit ogenblik een duidelijke toekomstvisie is bepaald voor de parochiekerk van Kortenberg.  Er bestaat namelijk een princiepsakkoord met het gemeentebestuur om een gedeelte van de kerk te laten gebruiken voor gemeentelijke doeleinden.  De haalbaarheid van een aantal scenario’s wordt op dit ogenblik intensief onderzocht.  Voor de andere parochiekerken werd nog geen definitieve bestemming gekozen, maar werd eerder gewerkt met een opsomming van mogelijkheden en kansen die op langere termijn kunnen worden gerealiseerd.  Al die kerkbesturen opteren op dit ogenblik nog voor een liturgische (deel)functie van hun kerkgebouwen. Het is dus duidelijk dat dit kerkenplan niet ‘af’ is en dat het in de toekomst verder moet worden verfijnd en geconcretiseerd.  Het gemeentebestuur zal hierop toezien bij de verdere contacten met het centraal kerkbestuur.

De gemeenteraad keurde het kerkenplan goed.

Kortenberg investeert in klantenbegeleidingssysteem

Een klantenbegeleidingssysteem is een ticketingsysteem dat de ‘klanten’ – in dit geval de inwoners van de gemeente – op het gemeentehuis begeleidt naar de juiste dienst, de juiste balie en het juiste loket.

In een dergelijk systeem worden producten en diensten ingevoerd op basis van de IPDC (interbestuurlijke producten- en dienstencatalogus) van de Vlaamse overheid).  Deze worden dan gekoppeld aan een dienst, en dus aan een themabalie waarnaar bezoekers kunnen worden doorverwezen.

Met een klantenbegeleidingssysteem verliezen bezoekers minder tijd met het zoeken naar de precieze plaats waar ze terecht kunnen met een concrete vraag. Omdat de ticketaanvragen gelogd worden, kan door middel van rapportages ook inzicht worden geboden in de klantbehoeften en de gemeentelijke prestaties, waardoor de dienstverlening verder kan worden verbeterd.


Het ticketingsysteem werkt op twee manieren:
·        Ofwel halen bezoekers een ticketje met volgnummer aan de snelbalie – het personeel geeft het product/de producten in waarvoor een persoon naar het gemeentehuis komt, en in functie van het product wordt een bepaald loket toegewezen.
·        Ofwel kunnen bezoekers zelf een ticketje afprinten aan de touch screen zuil in de inkomhal.
Ter hoogte van de balie in kwestie worden de volgnummers van de bezoekers dan zichtbaar gemaakt op een beeldscherm.
Kortenberg kiest bewust voor een dergelijk gemengd systeem, met het afleveren van tickets aan de touch screen zuil voor wie zich daar comfortabel bij voelt, maar ook aan de onthaal- en snelbalie voor mensen die meer informatie nodig hebben of die niet vertrouwd zijn met informatica. De ervaring bij andere gemeentebesturen (bijv. in Aalst, en ook in Zaventem en in Mechelen, waar er met een gemengd systeem wordt gewerkt) leert immers dat sommige bezoekers een probleem hebben met het gebruik van een ticketzuil.

Het systeem zal in werking treden op het ogenblik dat de onthaal- en snelbalie en de themabalies in gebruik worden genomen.  Dat gebeurt in de loop van 2017.

 
basissysteem + 3 schermen + zuil + ticketprintertjes
Soft- en hardware
24.981
Installatie en implementatie
7.283
TOTAAL EENMALIGE KOST
32.264
Service software
2.571
TOTAAL JAARLIJKSE KOST
2.571
 

zondag 9 oktober 2016

Boek over 200 jaar Mater Dei in Erps-Kwerps

Op zondagnamiddag 9 oktober 2016 werd in het Erfgoedhuis van Erps-Kwerps (Kortenberg) een bijzonder knap en lezenswaardig boek gepresenteerd over 200 jaar vrije basisschool Mater Dei in Erps-Kwerps.

Burgemeester Chris Taes (CD&V) mocht er, samen met René Evenepoel, de gelegenheidstoespraak houden.

"Ik ben blij dat ik hier vandaag als vertegenwoordiger van het gemeentebestuur het woord tot u mag richten.  Het bewijst en bevestigt de goede samenwerking tussen de gemeente en de vrije basisschool Mater Dei, met respect voor ieders rol en eigenheid.  Want zoals steeds, gaat het beter als mensen oprecht en van harte samenwerken.

Ik ben zelf oud-leerling van deze school.  Mijn prille jeugd speelde zich af in een tijdperk waarin Mater Dei de meisjesschool was en De Klimop de jongensschool.  Maar alle kleuters, meisjes én jongens, kwamen hier naar de ‘bewaarschool’ in Mater Dei.  Er waren toen nog vele Zusters actief als leerkracht.  Ik herinner me nog levendig Zuster Clotilde en Zuster Geneviève, die zorg droegen voor de allerjongsten en die ons de nodige basisvaardigheden aanleerden.  Orde en tucht hadden toen een alles overheersend aandeel in de schoolorganisatie. De klasfoto werd genomen met gekruiste armen, netjes symmetrisch gevouwen op de schoolbank.  De grootste uitspatting was een riskante foto op de bult van een kameel – soms was het een dromedaris – met een stoffig reclamedekentje van Sobry-deegwaren of chocolade Jacques.  Maar ook toen al stond, ondanks de gestrengheid, de zorg voor het kind centraal.

Zelf wil ik graag wat dieper ingaan op twee specifieke aspecten: de evolutie van het pedagogisch concept en het grote belang van deze school voor de hechtheid van onze dorpsgemeenschap.

We kunnen ons met de ogen van vandaag nauwelijks inbeelden hoe het onderwijslandschap er tweehonderd jaar geleden uitzag.  Maar toch is het belangrijk om te beseffen welke enorme weg er is afgelegd.  Tot 1816 bestond er in ons dorp geen onderwijs voor meisjes.  Een opleiding tot onderwijzer bestond evenmin.  De meesten leerden het ‘ambacht’ van hun vader.  Onderwijzers – allemaal mannen – werden ook bijzonder slecht betaald.  Vaak moesten ze een tweede job uitoefenen om rond te komen.  Dat kon gaan van koster tot herbergier. Voor de spelling- en leeslessen werden boekjes gebruikt met erg strakke en stroeve driloefeningen.  Er werd niet klassikaal les gegeven: de leerlingen moesten individueel bij de meester komen om dan ritmisch de woorden te spellen.  Pas wanneer ze dat foutloos tot een goed einde konden brengen, waren ze klaar om ook te leren schrijven.  Alleen leerlingen uit gegoede families konden het hele jaar door onderwijs volgen.  Voor de anderen was school vooral een zaak van de wintermaanden, want in de lente, de zomer en de herfst moesten ze mee het ‘land’ op om te helpen bij het zaaien, het maaien of het oogsten. 

De oprichting van een vrije school was in die periode in grote mate afhankelijk van het persoonlijke engagement van visionaire geestelijken die over voldoende moreel gezag beschikten om anderen te overtuigen en om mecenassen te vinden – nu zouden we dat ‘sponsors’ noemen – die voor de nodige financiering konden zorgen.  Want de centen om het onderwijs te organiseren kwamen van rijke burgerfamilies en vaak ook van de geestelijken en de congregaties zelf.

Het initiatief van E.H. De Cooman om in Erps een school voor meisjes op te richten, werd nadien overgenomen door een nieuwe congregatie, de Dienstmaagden van Maria.  Er werd een onderscheid gemaakt tussen het pensionaat, dat tot in Brussel en Wallonië bekendstond als school waar men goed Frans kon leren, en het werk- of volksschooltje voor de meisjes van Erps-Kwerps, waar in het Nederlands werd onderwezen.

In het pensionaat heersten strikte regels en discipline.  De internen moesten zorgen voor lijnwaad, beddengoed, zilveren tafelgerief, een regenscherm en een paar overschoenen.  Elke ochtend moesten de leerlingen al vroeg naar de mis en elke avond moesten ze om 18.00u de rozenkrans bidden.  Ook op hygiënisch vlak waren er strenge afspraken die moesten gevolgd worden:

elke vrijdag mochten de internen een voetbad nemen en om de twee weken mochten ze een beperkt aantal minuten in bad. Na de avondwijding moesten de meisjes naar hun chambrettes, waarna volledige stilte heerste.  Die stilte werd uiteraard regelmatig onderbroken door gefluister en gefezel, wat de babbel alleen maar veel spannender maakte.  Dergelijke schoolregimes lijken vandaag ongetwijfeld middeleeuws, maar wie nu zestig jaar of ouder is en zelf nog op internaat is geweest, zal vele taferelen die in het boek beschreven worden zeker herkennen...

De evolutie in pedagogische visie en in de manier waarop de ontwikkeling van kinderen wordt begeleid, is bijzonder interessant.  Enerzijds zijn de inzichten inzake ontwikkelingspsychologie sterk gewijzigd, maar anderzijds golden ook in het oude, strenge regime uitgangspunten die nu nog sterk herkenbaar zijn.

Ik citeer even uit het boek, waar in 1927 – nu negentig jaar geleden – de volgende definitie wordt gegeven over de opdracht van de ‘bewaarschool’.  Let op de term ‘bewaarschool’, die in de naamgeving zélf de ‘oude’ visie weergaf, waarbij kleuters ‘in bewaring’ werden gegeven aan de school, zodat de ouders overdag hun werk konden doen.  En toch lag in de opdrachtverklaring voor deze ‘bewaarschool’ ook al de kern van wat we nu als moderne pedagogie zouden kunnen definiëren:

“De bewaarschool vormt den overgang tusschen de opvoeding door de moeder en het lager onderricht. Zij zorgt voor de lichamelijke ontwikkeling van het kind, dat tevens door een begin van verstandelijke, zedeli­jke en maatschappelijke opvoeding wordt voorbereid om met vrucht lager onderwijs te genieten.

De bewaarschoolonderwijzeres dient de lichamelijke, verstandelijke en zedelijke gesteldheid van de jong­ste kinderen te kennen, evenals verschillende hunner instincten, als daar zijn hun behoefte aan vrije werkzaamheid, hun uitgesproken neiging tot spelen, hun spontaan verlangen naar zelfwerkzaamheid onder de invloed van prikkels die hun belangstelling opwekken en den arbeid veraangenamen, hun aandrang tot weetgierigheid en tot nabootsing. Al deze aandriften en neigingen zijn bedrijvigheidsfactoren, die niet onaangewend mogen blijven.”

In de concrete praktijk was de vertaling van deze mooie pedagogische principes niet altijd even zichtbaar.  Ook niet in de lagere school van net na de tweede wereldoorlog. 
Dat blijkt bijvoorbeeld uit de regels die toen golden in verband met zitten en spreken: “Het zitten vereiste een bepaalde techniek. Meestal is het: "Armen over elkaar", maar bij sommige meesters moeten de handen op de rug. Een indrukwekkende variatie is het 'mooi zitten': wie graag een antwoord wilde geven of een karweitje wilde opknappen, spande het lichaam achterover, de armen gevouwen.

Som­mige kinderen verhoogden het effect hiervan door hun gekruiste armen tot de kin omhoog te tillen. Ook het 'vinger opsteken' groeide soms uit tot een gecompliceerd systeem. Wist je op een vraag het antwoord: één vinger omhoog; wou je de meester iets vragen: twee vingers op­steken; moest je naar het toilet: drie vingers of de hele hand de lucht in. en daarbij dan hevig wiebelen.”
Ik gebruik de beelden van toen om de opdracht van nu met iets meer kracht te kunnen overbrengen.  De basisschool moet een rijk milieu scheppen waarin kinderen zich thuis voelen, waarin ze uitgedaagd worden om zichzelf en anderen te ontdekken en waarin ze alle elementen vinden die nodig zijn voor hun persoonlijke en sociale ontwikkeling.  Het is belangrijk dat dit milieu herkenbaar is, zich situeert dicht bij de leefwereld en de beleving van jonge kinderen en dat de link gelegd wordt tussen het thuismilieu, de school en de bredere omgeving. Mater Dei is daar sterk in. Kinderen leven niet op een eiland, ze nemen ook deel en geven mee vorm aan het bredere gemeenschapsleven: de jeugdbeweging, de sportclub, de speelpleinwerking, de kindergemeenteraad, de buurt- en de wijkwerking, het ZAP-Fest en de natuurwandelingen.  Op dat vlak is de goede samenwerking met het gemeentebestuur en met de vele actieve verenigingen in onze gemeente van fundamenteel belang.  En zowel de school als het gemeentebestuur zetten daar zwaar op in. 

De grootste ‘modal shift’ in pedagogische visie van de voorbije tweehonderd jaar is wellicht vooral dat men er niet meer van uitgaat dat jonge mensen op het einde van hun schoolloopbaan als identieke wezentjes hetzelfde moeten denken, dromen, willen en kunnen, maar dat ze voluit hun eigen mogelijkheden leren ontwikkelen én dat ze daarbij ten volle rekening houden met de wijze waarop ze kunnen bijdragen aan een betere, mooiere, meer rechtvaardige en duurzame samenleving.  

Niet alle kinderen hebben dezelfde mogelijkheden, talenten en beperkingen. Daarom kan en mag een school ook niet alle kinderen “gelijk” behandelen: je moet hen aandacht en zorg op maat geven, zodat het beste in hen naar boven komt, zodat ze hun specifieke talenten kunnen ontwikkelen, ze leren omgaan met hun beperkingen en ze vooral ook beseffen dat ze verantwoordelijkheid dragen ten aanzien van hun medeleerlingen, hun leerkracht, hun directie, hun school en de bredere wereld rondom hen.
Ik heb zeer grote bewondering voor leerkrachten die zich elke dag – en heus niet alleen tijdens de schooldagen – inzetten om deze doelstelling met alle mogelijke didactische middelen te realiseren.  Ik heb zeer grote bewondering voor een directie die zich elke dag in een spervuur van vragen, wensen en kritiek moet bewegen, die de belangen van leerlingen, leerkrachten en ouders in balans moet houden en die bij dit alles rustig en rechtvaardig moet blijven, terwijl ze de kinderen toch tweede, derde en soms vierde kansen moet geven.  Ik heb zeer grote bewondering voor het schoolbestuur, dat volledig bestaat uit vrijwilligers en dat mensen en middelen moet mobiliseren om zowel de materiële toekomst van de school als de onderwijskundige oriëntatie te verzekeren, waarbij elke euro minstens twee keer moet worden omgedraaid.  Ik heb zeer grote bewondering voor de interactie tussen al deze actoren, die ervoor zorgt dat Mater Dei een bloeiende schoolgemeenschap is, met een fris gelaat en een weidse blik.

Dat alles brengt me tot de relatie en de samenwerking tussen de vrije school en het gemeentebestuur.  Die is niet steeds even vlekkeloos geweest.
De wet van 10 juli 1879 (Wet Van Humbeek) stelde dat elke gemeente moest beschikken over een lagere school georganiseerd door de gemeente zelf, en niet door de kerk of door een congregatie. In deze gemeentescholen, ‘neutrale’ scholen, konden enkel onderwijzers met een diploma behaald in één van de rijksnormaalscholen, lesgeven. Er mocht geen godsdienstonderricht gegeven worden in deze scholen. Maar er werd wel een lokaal voorzien waar de geestelijkheid, voor of na de les­sen, godsdienstonderwijs mocht geven.

De toenmalige burgemeester van Erps-Kwerps, de heer Boon, richtte een gemeenteschool op, niet geleid en niet be­ïnvloed door de katholieken.

Hij gaf zijn schoolcomité de op­dracht zoveel mogelijke nieuwe leerlingen aan te werven voor zijn gemeenteschool. De geestelijkheid reageerde hierop met het organiseren van vrije lagere scholen in de parochies waar er nog geen waren en weigerde de sacramenten aan de on­derwijzers van de zogenoemde ‘neutrale’ scholen. In Erps-Kwerps was er reeds ka­tholiek onderwijs voor de meisjes, maar niet voor de jongens. Deken Van Camp besloot in 1879 het eerder aangekochte oude gemeentehuis (het zogenaamde ‘Suskeshuis’) in te richten als vrije jongensschool.

Vanaf dat moment ontstond er een ware strijd om de zieltjes van de leerlingen, die zo ver ging dat het Parochiaal School­komiteit, onder leiding van de toenmalige Pastoor-Deken Van Camp en schepen Alfons De Coster, een pamflet opstelden met als titel: ‘God wil het!’. Met dat pamflet verboden ze de mensen ronduit om naar de ‘goddeloze’ gemeenteschool te gaan. Pastoors en onderpastoors hielpen met de verspreiding van het pamflet en oefenden daarnaast druk uit op de ouders via preken en persoonlijke gesprekken.

De invloed van de geestelijkheid was zo groot dat vele jongens overgingen naar de vrije jongens­school. Een deel van de kinderen bleef echter thuis omwille van de druk uitgeoefend door de twee partijen. En de druk op de arme gezinnen was het grootst.

Want Deken Van Camp was ook voor­zitter van het Bureel van Weldadigheid dat voor het schoolgeld zorgde voor gezinnen die dit niet zelf konden betalen. De anderen wierpen dan weer met stenen naar de onderpastoor die de vrije lagere school in het Suskeshuis bezocht.

In 1884 werd door het gemeentebestuur naar een oplossing gezocht voor de lokale schoolstrijd.  De vrije meisjesschool vormde geen probleem en werd dan ook met eenparigheid van stemmen aangenomen in 1885. Wettelijk gezien gold deze aanname voor een periode van 10 jaar.

De grootste moeilijkheid was het bestaan van de twee jongensscholen: de gemeenteschool hier op het Dorpsplein en de vrije jongensschool in het Suskeshuis. Uiteindelijk werd de aanname van de vrije jongensschool niet toegestaan door staking van stemmen in de gemeenteraad. Later werd de school omwille van financiële moeilijkheden door de geestelijk­heid helemaal afgeschaft.  

Een van de eerste moeilijke opdrachten die ik in 1996 als kersvers burgemeester kreeg, was zowel beide schoolbesturen en directies als beide leerkrachtenteams en oudercomités rond de tafel te brengen om een schooloorlog te voorkomen en om op een begeleide en overlegde manier het onderwijs in beide scholen gemengd te maken.  Dank zij mijn beroepsmatige achtergrond als directeur van een vrije school en mijn functie als gewezen schepen van onderwijs van het gemeentelijke onderwijs, kon ik een brug leggen tussen beide kampen. Het feit dat Claudine, mijn lieve echtgenote, zich als secretaris van het oudercomité van Mater Dei voor honderd procent inzette voor de school en dat onze beide dochters hier schoolliepen, zal zeker ook geholpen hebben.

Het vertrouwen in een overlegde oplossing haalde gelukkig de bovenhand en in 1998 kon, na twee jaar ‘verstandige verdeling’ van jongens en meisjes in beide scholen, in de gemeente gestart worden met een eigen kleuterschool. 

De huidige situatie, waarbij beide scholen hun bestaansrecht hebben bevestigd en er geen wederzijdse bedreiging meer wordt ervaren, bewijst dat het aarzelende vertrouwen in een goede afloop is uitgemond in een permanente samenwerking. 

Ik ben alle deelnemers aan die gesprekken over gemengd onderwijs nog steeds ontzettend dankbaar dat we op deze manier een nutteloze en energieverslindende schoolstrijd om de ziel van het kind hebben kunnen vermijden. De aanwezigheid van twee excellente scholen op het grondgebied van Erps-Kwerps zorgt ervoor dat ze elkaar alert houden en dat uiteindelijk onze kinderen er alleen maar beter van worden. 

Er is heel wat rechtstreeks overleg tussen Mater Dei en het gemeentebestuur, onder meer in verband met de aanleg van een schoolroutenetwerk voor veilige fiets- en wandelverbindingen vanuit alle hoeken van Erps-Kwerps naar Mater Dei en De Klimop.  Ik kan in dat verband meedelen dat de bestendige deputatie van Vlaams-Brabant drie weken geleden de configuratie van trage wegen heeft goedgekeurd die de basis vormen van dit schoolroutenetwerk.  In de loop van volgend jaar maken we werk van de praktische uitvoering van dat netwerk op het terrein.  De nodige middelen daarvoor worden voorzien op het gemeentelijke budget. 

Er is ook structureel overleg met de zogenaamde G6 (met een serieuze knipoog naar de top van wereldleiders), waarbij alle scholen op het grondgebied van onze gemeente worden uitgenodigd om samen overleg te plegen over aangelegenheden die netoverschrijdend zijn. 

Ik ben ook erg blij dat de leerkrachten en leerlingen van het derde en vierde leerjaar me elk schooljaar bestoken met tientallen vragen over de gemeente en het gemeentebeleid, zodat de kinderen van Mater Dei rechtstreeks een antwoord kunnen krijgen op de kwesties die hen bezighouden.

Ik feliciteer Mater Dei van harte met de uitgave van het prachtige boek over 200 jaar veldwerk op het vlak van basisonderwijs, maar evenzeer met de realisatie van een mooi, wervend en fris schoolproject dat zekerheid én uitdaging biedt aan de ouders en kinderen die bewust voor deze school kiezen. Ik wens u alle geluk en alle succes toe voor de toekomst en bied u graag onze verdere hartelijke samenwerking aan.