Nieuw reglement op begraafplaatsen

Burgemeester Chris Taes (CD&V) kaartte een delicaat thema aan op de gemeenteraad.  Hij had het over de actualisering van de reglementering op begraafplaatsen. 

Nabestaanden willen graag de ‘laatste wens’ van hun familielid respecteren.  Soms heeft die laatste wens te maken met het uitkiezen van een begraafplaats.  In het vroegere reglement op de begraafplaatsen gold de regel dat een overledene alleen op een kerkhof in Kortenberg kan worden begraven, indien hij of zij ofwel op het ogenblik van overlijden in Kortenberg woont ofwel er minimum 15 jaar gewoond heeft.  Een uitzondering werd al toegestaan voor personen die een familielid in de eerste graad hebben dat wél inwoner van de gemeente is en voor personen die in Kortenberg overleden zijn.

Om tegemoet te kunnen komen aan het toenemende aantal vragen om in onze gemeente begraven te mogen worden, keurde de gemeenteraad een wijziging van het reglement goed, waardoor ook niet-inwoners op de kerkhoven van Kortenberg begraven kunnen worden.  Voor deze personen moet wel een hoger tarief worden betaald, vermits zij als niet-inwoner geen aandeel leveren in de opbrengst van de gemeentebelastingen.

Op de nieuwe percelen zullen de grafkelders geplaatst worden door de gemeente, om te voorkomen dat bij elke nieuwe begraving een nieuwe kelder moet worden geplaatst.  De concessiehouder betaalt alleen de reële kostprijs.

Er kunnen maximaal twee lichamen of urnen in een graf of in een urnengraf begraven worden; hetzelfde geldt voor het aantal urnen in een nis van het columbarium.

Bij een eerste overlijden kunnen wel twee concessies naast elkaar worden aangekocht, waardoor er dus nog altijd drie (of zelfs vier) lichamen/urnen van één familie bij elkaar begraven kunnen worden.

In de nieuwe reglementering wordt de duur van een concessie op 30 jaar bepaald.  Deze periode is één maal hernieuwbaar op vraag van de nabestaanden.  Vroeger had een concessie een duur van 50 jaar.