Het is
positief dat niet alleen de meeste Vlaamse politieke partijen, maar ook
academici en opiniemakers pleiten voor het versterken van de bestuurskracht en
de autonomie van de lokale besturen.
Gemeente- en stadsbesturen sluiten immers het dichtst aan bij wat mensen
van ‘de overheid’ verwachten.
Om die
bestuurskracht te versterken, zijn er nogal wat pleidooien voor lineaire
schaalvergrotingen, onder de vorm van nieuwe fusies. Men wil daardoor in de toekomst vermijden dat
kleinere gemeenten verdrinken in de regelgeving en dat ze voor tal van
bestuurstaken een beroep moeten doen op vaak ondoorzichtige en niet steeds
democratisch functionerende intergemeentelijke samenwerkingsverbanden
(zogenaamde intercommunales).
Alleen
roepen de voorgestelde remedies meer vragen dan antwoorden op. Verplichte fusies leiden inderdaad tot
schaalvergroting en bundeling van middelen en personeel, maar niet noodzakelijk
tot grotere efficiëntie en al zeker niet tot kostenbeheersing. Dat hebben de fusies van gemeenten in 1976 en
de fusies van politiediensten in 2001 onweerlegbaar bewezen. Bovendien doen ook
vandaag steden van 30.000 of 50.000 inwoners nog vaak een beroep op
intergemeentelijke samenwerkingsverbanden om bepaalde bovenlokale opdrachten
(zoals bv. huisvuilophaling en –verwerking, sociale woningbouw,
nutsvoorzieningen, economische streekontwikkeling) te kunnen uitvoeren. Wat is dan de kritische ‘grootte’ van een
gemeente om volledig autonoom te kunnen werken?
100.000 of 200.000 inwoners? Om
dan vervolgens oplossingen te moeten zoeken die de kloof tussen burgers en
politiek kunnen dichten? De remedie is
dan erger dan de kwaal.
Het
fusieverhaal wordt vaak gecombineerd met de idee om de provinciebesturen af te
schaffen en te werken met kleinere, vaste (stads)regio’s? Dan rijst een dubbel probleem: men schaft één
democratisch gelegitimeerde tussenstructuur (de provincie) af om er vele andere
in het leven te roepen. Wie zal deze
(stads)regio’s sturen en besturen? Zijn
dat rechtstreeks verkozen bestuurders of vertegenwoordigers van de steden en
gemeenten? Welke dan? Met welke middelen? Wie zal deze (stads)regio’s coördineren en
‘grensconflicten’ beslechten?
Bovendien
bieden vaste (stads)regio’s, in welk formaat ook, helemaal geen oplossing voor
de nood aan wisselende samenwerkingsverbanden.
Die worden immers niet steeds bepaald door geografische omschrijvingen.
Dé uitdaging
is om lokale besturen ‘op maat’ en met voldoende democratische controle en
transparantie te ondersteunen. En dat
kan. Met de provincies.
Waarom
zouden gemeenten bepaalde horizontale taken niet kunnen ‘uitbesteden’ aan de
provincie, zoals ze dat nu al doen met de GAS-boetes of met het onderhoud van
waterlopen? En waarom zouden de
provincies geen coördinerend, ondersteunend en faciliterend streekbestuur kunnen
zijn dat op maat oplossingen zoekt voor sectoriële (bv. sport, toerisme,
streekontwikkeling) of structurele (bv. milieu, ruimtelijke ordening,
wegenwerken, mobiliteit) uitdagingen van steden en gemeenten, volgens hun eigen
behoefte en hun eigen capaciteit?
Het provinciebestuur
van de toekomst zou zo een flexibele schakel kunnen vormen in de samenwerking
tussen lokale besturen enerzijds en de Vlaamse, federale en Europese
instellingen anderzijds. De provincies
zouden, als streekbesturen, ook veel uitdrukkelijker de katalysator en de
spreekbuis kunnen zijn voor de bovenlokale belangen van de lokale
besturen. Dat vergt nieuwe, innovatieve
en productieve vormen van samenwerking, maar de mogelijkheden daartoe liggen
voor het grijpen. Het volstaat ze te
willen zien.
Laat ons van
de provincies als ‘probleem’ de provincies als ‘oplossing’ maken. Niet om per se oude tradities in stand te
houden, maar om nieuwe, creatieve oplossingen te vinden voor het verhogen van
de bestuurskracht van lokale besturen.
Op maat en met een volwaardige democratische legitimering.
Vanuit mijn
ervaring als burgemeester en als provincieraadslid, hoop ik dat de nieuwe
Vlaamse regering deze piste wil bewandelen en dat de provinciebesturen worden
beschouwd als de beste bondgenoten van de lokale besturen in een complexe
bestuurlijke omgeving. Ze zijn daartoe
zeker bereid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten