Het nieuwe regeerakkoord van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest bevat een opmerkelijke passage over de luchthaven
“Brussel-Nationaal”, zoals ze in de tekst genoemd wordt.
Onder de hoofding ‘De levenskwaliteit van de
Brusselaars als centrale prioriteit’ lezen we onder meer: “Wat de overlast door
het vliegverkeer boven Brussel betreft, is de (Brusselse) regering van
oordeel dat de levenskwaliteit en de rust van de Brusselaars van prioritair
belang zijn voor hun gezondheid. Zij
betoogt dat de activiteiten en de infrastructuur (onder meer de landingsbanen)
van de luchthaven Brussel-Nationaal aangepast moeten worden aan de nabijheid
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en zijn dichtbevolkte gebieden.”
Deze passage in het Brusselse
regeerakkoord is een onversneden pleidooi om landingsbaan 25L uit te breiden en
door te trekken tot in het hart van Erps-Kwerps, om op die manier Brussel nog
meer te ontzien dan nu reeds het geval is. Dit getuigt van een ontstellend gebrek aan
respect voor de inwoners van Kortenberg en Steenokkerzeel, van de Vlaamse Rand
en van Vlaams-Brabant. Volgens welke
logica is wat ‘slecht’ is voor de gezondheid van de Brusselaars plots ‘geen probleem’
voor de gezondheid van de Vlaams-Brabanders?
Bovendien is de verdeling van de geluidslast nu al
volledig scheefgetrokken in het voordeel van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest. In een boek dat ik over de
problematiek rond de luchthaven van Zaventem heb geschreven – en dat eind september
gepubliceerd wordt – wordt deze stelling met harde cijfers en met
wetenschappelijk onderzoek onderbouwd.
Ondanks het getoeter dat we al jaren horen vanuit Brusselse
nimby-kringen, bewijzen de track counts van de reëel geregistreerde vluchten
dat Vlaams-Brabant momenteel reeds meer dan 70% van de geluidshinder moet
slikken. Wat de ernstige hinder betreft (55
dB(A) tot 75 dB(A)) is de verhouding nog scherper. Onder sommige weersomstandigheden loopt dat percentage
op tot 85%.
Het is ook vreemd dat regeringspartijen die zichzelf
ecologisch noemen en die pleiten voor een mondiale bewustwording rond de
verstoring van onze ecosystemen, er plots geen enkel probleem mee hebben om in
eigen land de buren op te zadelen met hinder die men voor zichzelf ongezond en
onwenselijk vindt.
In datzelfde Brusselse regeerakkoord staat dat “het (Brusselse)
besluit betreffende de bestrijding van de geluidshinder voorgebracht door het
luchtverkeer, dat in werking trad op 1 januari 2000, tot op vandaag nog altijd
het enige juridisch wapen is voor de Brusselaars om zich te verdedigen.” In één
adem wordt eraan toegevoegd dat “de (Brusselse) regering alle mogelijke
rechtsmiddelen zal blijven aanwenden om ervoor te zorgen dat het besluit
volledig nageleefd in niet in vraag wordt gesteld.”
In tegenstelling tot Vlaanderen, beschikt
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest over geluidsnormen die specifiek gericht
zijn op het vliegtuigverkeer en die in elke discussie over een eerlijke
verdeling van de geluidshinder opduiken als juridisch argument om te
verantwoorden waarom hinderlijke vliegroutes en vliegtuigen systematisch boven
Vlaams-Brabant gaan.
Dat besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
wordt momenteel met een aansprakelijkheidsvordering aangevochten door 10
Vlaams-Brabantse gemeenten, enkele inwoners en het provinciebestuur. De redenering daarbij is dat het Brusselse
Gewest de andere gewesten en de federale overheid niet kan gijzelen om een
eerlijke verdeling van de geluidslast onmogelijk te maken op basis van eigen
geluidsnormen. Hiervoor worden drie
fundamentele motiveringen aangehaald.
Ten eerste zijn de Brusselse geluidsnormen
zgn. reglementaire normen, die op grond van artikel 159 van de Grondwet
ondergeschikt zijn aan artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van
de Mens (EVRM) en aan de artikelen 22 en 23 van de Grondwet. Deze artikelen hebben betrekking op het recht
op de eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven en op het recht op
de bescherming van een gezond leefmilieu.
Daarnaast moet het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest ook het beginsel van de federale loyauteit respecteren, zoals
bepaald in artikel 143, §1 van de Grondwet. Dit beginsel houdt in dat één overheid
haar bevoegdheid niet op een dergelijke manier mag aanwenden dat de uitoefening
van de bevoegdheid van een andere overheid onmogelijk wordt gemaakt of sterk
wordt bemoeilijkt. Sinds 1 juli 2014 is het Grondwettelijk Hof trouwens bevoegd
om wetten, decreten en ordonnanties rechtstreeks te toetsen aan het beginsel
van de federale loyauteit.
Bovendien worden in de rechtsleer ook vraagtekens
geplaatst bij de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest om
geluidsnormen toe te passen op de luchtvaart. De gewesten zijn immers niet
expliciet bevoegd voor aspecten die te maken hebben met het luchtruim. Daarbij
rijst de vraag of de geluidsnormen voor de luchthaven van Zaventem niet gewoon
deel uitmaken van de bevoegdheid van de federale overheid op grond van de
bijzondere wet tot hervorming van de instellingen.
“Wij alle lusten en de anderen alle lasten” is een
houding die we al niet zouden pikken vanwege een stel ruziënde pubers op de
speelplaats, laat staan vanwege een overheidsorgaan dat nota bene financieel
aangewezen is op de solidariteit van de federale overheid en van de andere
gewesten om zijn rol te kunnen vervullen.
Men kan niet tegelijk met de hand open staan om centen te krijgen én in
de onderbuik trappen van wie geeft.
Laat ons daarom ernstig blijven, Brusselse
vrienden. Het vraagstuk rond de toekomst
van onze nationale luchthaven is te complex en te belangrijk om het op die
manier te behandelen. De luchthaven van
Zaventem is de tweede belangrijkste economische poort van het land én de
toegangsdeur waarlangs Brussel zijn internationale rol kan vervullen. Er
bestaan wel degelijk oplossingen om te zorgen voor een duurzame ontwikkeling
van de luchthaven die ook de gezondheid en het welzijn van de omwonenden
respecteert. Maar daarvoor is dialoog,
goede wil en politieke moed nodig.
Daarbij kan niemand 100% van het voordeel en 0% van het nadeel in de
wacht slepen.
Een goede raad voor de toekomstige
onderhandelaars voor de federale en voor de Vlaamse regering: veeg dit dossier
niet onder de mat, maar pak het ernstig en met open vizier aan. Na jarenlang getalm en getreuzel wordt het de
hoogste tijd om voor de luchthavenregio een duurzame toekomst uit te tekenen.
Laat ons Zaventem sluiten na de bouw van een nieuwe luchthaven in Wallonië.
BeantwoordenVerwijderenEn 40.000 jobs verhuizen naar Wallonië ? Zaventem moet niet meer "groeien". Bijkomende trafiek kan verhuizen naar bv. Luik, daar is nog capaciteit over. Ligt vlakbij de E40, er loopt een spoorlijn onder de landingsbaan, gemakkelijk aansluitbaar op het HST-spoor, met een minimum aan investeringen te realiseren. Enkele jaren geleden op RTBF gehoord. Kijk maar eens op Google Maps.
BeantwoordenVerwijderen