Vandaag voorpaginanieuws op alle
nieuwssites: “Vlaanderen wordt aandeelhouder in Brussels Airport”. Via de
ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) investeert de Vlaamse overheid naar
verluidt iets meer dan 100 miljoen euro in een consortium rond het Nederlandse
pensioenfonds APG en verwerft daarmee naar schatting 1,8 procent in de
aandelenstructuur van de nationale luchthaven.
Dat kleine percentage volstaat niet om
een zitje te verwerven in de raad van bestuur van Brussels Airport Holding,
maar het verleent de Vlaamse overheid wel ‘recht van spreken’ over het beheer
van de luchthaven van Zaventem. In
september 2018 maakte PMV al de intentie bekend om een participatie te nemen in
het beheer van de nationale luchthaven, maar die operatie ging toen om tal van
redenen niet door. Nu is het toch zo ver
en dat is in principe een goede zaak.
Want op die manier is de regio waarin de luchthaven gevestigd is
structureel vertegenwoordigd in de beleidsorganen van het bedrijf.
De vraag is alleen: hoe zal
de Vlaamse overheid precies participeren in het luchthavenbedrijf? De eerste berichten wijzen op een vrij
eenzijdige insteek. In de krant ‘De Standaard’
lezen we: “De instap van het Vlaams Gewest in Brussels Airport is vooral symbolisch
belangrijk. De luchthaven van Zaventem is de nationale luchthaven maar ligt
wel in het Vlaams Gewest. Het aangrenzende Brussels Gewest is een erg koele
minnaar van de luchthaven en bemoeilijkt haar groei door strenge geluidsnormen
te hanteren en stevige boetes uit te schrijven voor wie ze overschrijdt. In het
verleden hebben daardoor al luchtvaartmaatschappijen voor vrachtvervoer hun
koffers gepakt. Vlaanderen is echter gevoelig voor het belang van de luchthaven
voor de economische groei en tewerkstelling.”
De nationale luchthaven is de op één na belangrijkste economische poort
van Vlaanderen en verdient daarom inderdaad gepaste aandacht vanwege de
overheid. Maar de luchthaven is ook
gevestigd in één van de dichtstbevolkte gebieden van het land en het welzijn en
de gezondheid van de omwonenden verdienen daarom evenwaardige aandacht. Bij de ontwikkeling van toekomstmodellen voor
de luchthaven moet dus een evenwicht worden gevonden tussen het economische
belang van de luchthaven en de omgevingskwaliteit voor de omwonenden. Dat evenwicht is zeker mogelijk, zoals wordt
aangetoond in het boek “Wellness aan de startbaan”.
Alleen zal dan het klassieke model van financiële participatie niet
volstaan. Indien het alleen de bedoeling
zou zijn van PMV om via de participatie in Brussels Airport Holding elk jaar
dividenden op te strijken en kritiekloos mee te gaan in de huidige uitbreidingsplannen
van de luchthaven, die een regelrechte aanslag inhouden op de leefbaarheid van
de brede luchthavenregio, dan zou dat een totaal gemiste kans zijn.
De overheid draagt immers niet alleen een financiële en economische
verantwoordelijkheid ten aanzien van haar burgers, maar heeft ook de plicht om
de gezondheid en het welbevinden van haar inwoners te beschermen en te
verbeteren. We kennen allemaal het
riedeltje dat mensen die in de luchthavenomgeving gaan wonen, toch wel weten
waar ze aan toe zijn en dat ze dus niet moeten komen klagen. Wie naast een startbaan gaat wonen, weet
inderdaad dat er hinder mee gepaard gaat.
Maar die heeft er wel niet voor gekozen dat de startbaan tot in zijn
tuin wordt verlengd.
In plaats van meewarig het hoofd te schudden wanneer omwonenden opkomen
voor een gezonde en kwaliteitsvolle buurt, moet een verantwoordelijke overheid ervoor
kiezen om exploitatieformules te stimuleren die economische concurrentiekracht
combineren met respect voor de mensen die elke dag worden geconfronteerd met de
mobiliteitsdruk, de luchtvervuiling en de geluidslast van een mega-onderneming.
De
hinder volledig wegnemen is onmogelijk.
De hinder zo veel mogelijk verminderen is wél een beleidsoptie.
Het
uitgangspunt van de (Vlaamse) overheid zou moeten zijn dat men de financiële
participatie in de beleidsorganen van het luchthavenbedrijf gebruikt als hefboom
om reële beslissingsmacht te kunnen uitoefenen, zodat men evoluties in deze
strategisch belangrijke sector niet moet ondergaan, maar ze actief mee kan
sturen. En zodat men de omwonenden
eindelijk een medebeslissende stem kan geven in de besluitvorming rond een
bedrijf dat hun leven dag en nacht beïnvloedt.
Als
beleidsvoerders het oprecht menen met hun voornemen om de kloof met de mensen
in de Dorpsstraat te dichten, dan is het enig mogelijke alternatief dat ze
daadwerkelijk naar die mensen luisteren, dat ze rekening houden met hun
bekommernissen en bezorgdheden en dat ze bereid zijn om het beleid mét die
mensen te “coproduceren”, zodat het dagelijkse “wij/zij”-steekspel wordt overstegen
en er wordt samengewerkt aan een duurzame en leefbare toekomst.
Het
is goed dat Vlaanderen via de ParticipatieMaatschappij in de nationale
luchthaven investeert. Het wordt nog
veel beter wanneer die overheid van Vlaanderen een participerende maatschappij
maakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten