Vanmorgen
vond in de Basiliek van Halle een indrukwekkende afscheidsplechtigheid plaats
voor ereburgemeester Lieve Vanlinthout van Sint-Pieters-Leeuw. Tot bij haar overlijden was ze actief als
provincieraadslid voor CD&V. De
voorzitter van de provincieraad, Chris Taes, sprak namens het provinciebestuur
de familie en de talrijke vrienden van Lieve toe:
“Vanuit de
provincieraad brengen we met grote eerbied hulde aan Lieve Vanlinthout. Ze was een gedreven, bekwame, betrouwbare,
geëngageerde en loyale collega, die haar ruime kennis en haar grote bestuurservaring
gedurende meer dan 20 jaar ten dienste heeft gesteld van het provinciebestuur.
Ik leerde
Lieve voor het eerst persoonlijk kennen in december 2000, toen ik als kersverse
collega de stiel onder de knie moest krijgen.
Alsof het vanzelfsprekend was, ving Lieve mij – en de andere nieuwkomers
– op, maakte ons wegwijs in de voor ons nog onbekende provinciale structuren en
zorgde ze ervoor dat we ons meteen thuis voelden en dat we er volwaardig bij
hoorden.
Ze maakte
grote indruk als één van de Vlaamse burgemeesters in de Brusselse rand die met
kracht en rechtlijnigheid ijverde voor de splitsing van het arrondissement
Brussel-Halle-Vilvoorde. Ik herinner me
nog hoe fier en blij ze was toen de splitsing, na jarenlang getouwtrek,
effectief door het parlement werd goedgekeurd en hoe ze daarmee een bekroning
van een jarenlange politieke strijd kon vieren.
Lieve deed
op een hartstochtelijke manier aan politiek.
Ze geloofde in haar zaak en had het vuur van haar overtuiging. Dat bleek niet alleen in Sint-Pieters-Leeuw,
waar ze zich toonde als een echte ‘burgermoeder’, die de tijd nam om te
luisteren naar haar inwoners. Dat bleek
ook in het provinciebestuur, waar ze met grote kennis van zaken de belangen van
haar gemeente én van haar streek verdedigde.
Ze was erg vertrouwd met de hele culturele en sociaal-culturele sector
en het was dan ook logisch dat ze door haar collega’s gevraagd werd om
commissievoorzitter te worden van de provinciale raadscommissie voor jeugd- en
cultuurbeleid, voor Vlaams karakter, voor sport, recreatie en domeinen. Dat is een hele mondvol. Maar Lieve zette er zich mateloos voor in en
kon zo het vertrouwen en het respect verdienen van iedereen die het voorrecht
had met haar samen te werken. Op 20
januari dit jaar gaf de voltallige provincieraad haar een staande ovatie toen
ze tot Ridder in de Leopoldsorde werd benoemd.
En toch denk
ik dat de politieke kwaliteiten van Lieve, hoe indrukwekkend ze ook waren, niet
haar belangrijkste troeven waren. Mij
zullen vooral haar menselijke kwaliteiten voor altijd bijblijven.
Lieve was
een collega die op elk moment aanspreekbaar was en die zorg droeg voor haar
vrienden. Als ze zag dat je met een
probleem zat, volgde er altijd een e-mailtje of een telefoontje, waarbij ze aanbood
om te helpen, of waardoor ze je ervan kon overtuigen dat je één en ander maar
wat moest relativeren. Bij Lieve kwam
‘de mens’ altijd eerst. Niet de functie
of de titel of de sociale status, maar ‘de mens’ die we allemaal in onszelf en
in elkaar herkennen. Vooral in
omstandigheden waarin anderen niet de gepaste woorden vonden of maar moeilijk
konden reageren, was Lieve in staat om te troosten, om te bemoedigen, om haar
sterkte met anderen te delen.
Om dat te
illustreren, moet ik even persoonlijk worden.
Mijn echtgenote is twee jaar geleden overleden aan dezelfde ellendige ‘k’-ziekte
als Lieve. Tijdens de vijf jaar die
hieraan voorafgingen hebben zowel Claudine als ikzelf heel veel steun gehad aan
haar aanmoedigingen en opbeurende woorden.
Ze stuurde ons dan berichtjes
zoals dit: “Chris, ik wens jou en jullie kinderen heel veel moed
toe. En als er iets is wat ik voor jou of voor jullie kan doen, hoe klein
ook, aarzel dan niet het mij te zeggen. Ik
blijf hier voor Claudine en voor jullie duimen.” Meer moest dat niet zijn om te weten hoe
dicht ze bij haar vrienden wou staan.
De ziekte
die Lieve had, is een enorme beproeving voor de zieke zelf én voor haar
omgeving. Maar tegelijk brengt die
ziekte het sterkste en het meest kwetsbare naar boven in een persoon en in
diens familie- en vriendenkring.
Beste
familie, u heeft de laatste maanden ongetwijfeld de paradox van het lijden
ervaren. Langs de ene kant beperkt dat
lijden de mogelijkheden enorm. Je kan
niet meer doen wat je wil, niet meer gaan en staan waar je wil. Je hebt geen verre toekomstdromen meer. Je weet dat het fysieke leven zal
eindigen. Maar langs de andere kant
herleidt dat lijden het leven en samenleven tot de essentie.
Zorg dragen voor elkaar. Niet uit verplichting, maar uit
wezensnabijheid. Elkaars dromen en angsten raden en weten wat de uitkomst
zal zijn. Hopen én geloven dat wat in het diepste van de ziel als
onverbreekbare verbondenheid ervaren wordt, nooit eindigt en nooit vergeten
wordt. Beseffen dat de materiële en fysieke realiteit niet de hele mens
vat, maar dat liefde het laatste en onzegbare woord heeft.
Ik wens u en
iedereen die Lieve goed gekend heeft veel moed en sterkte toe. Ze is een grote dame om nooit te vergeten.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten