woensdag 29 augustus 2012

De Vragende Partij - repetitieruimte

De VRT-redactie stelt regelmatig aan de lijsttrekkers een concrete vraag die door een groep inwoners aan de Kortenbergse politici wordt voorgelegd.  Je kan die vragen en antwoorden bekijken onder de rubriek "De Vragende Partij" bij www.deredactie.be .

De eerste vraag ging over de plannen die de politieke partijen al dan niet hebben om een repetitieruimte voor muziekverenigingen te bouwen.

Op de VRT-site mag het antwoord maximaal 500 lettertekens tellen.  Op deze blog krijg je van de CD&V-lijsttrekker nog iets meer toelichting en uitleg.

Eén van de kernpunten uit het CD&V-Masterplan voor Kortenberg is: mensen samenbrengen en de actieve verenigingen alle mogelijke ondersteuning bieden.

De jeugdraad is al jaren vragende partij voor een fuif- en repetitiezaal waar fuiven, repetities, optredens, … kunnen doorgaan. CD&V-Kortenberg wil op een centrale plaats in de gemeente zo’n fuif- en repetitiezaal voorzien.  Ook toneel- en muziekverenigingen moeten daar de nodige ruimte (en opbergruimte) krijgen. Met speciale aandacht voor de geluidsisolatie van het gebouw, kunnen we het plezier voor de gebruikers combineren met de rust voor de buurt.

In de toekomst moeten (muziek)verenigingen, indien ze dat wensen, ook gebruik kunnen blijven maken van de bestaande gemeentelijke zalen.  Dat is onder meer belangrijk om de verplaatsingen voor jonge muzikanten die naar de muziekles willen gaan, zo beperkt mogelijk te houden.  De fuif- en repetitiezaal moet voldoende aanvullende capaciteit bieden om alle muziekverenigingen hun repetities efficiënt te laten organiseren.  De voorbije jaren werden de bestaande ontmoetingscentra al gemoderniseerd en zo polyvalent mogelijk gemaakt.

Samen met mijn kandidatenteam wil ik geen onrealistische of onrealiseerbare beloftes doen.  Er zal dus niet in elke deelgemeente een aparte fuif- en repetitiezaal kunnen worden gebouwd.  De exacte plaats waar de nieuwe infrastructuur zal worden ingeplant, zal afhankelijk zijn van de beschikbaarheid, de bereikbaarheid, de betaalbaarheid en de buurtkwaliteit van de bouwsite. 

zondag 26 augustus 2012

Schepen Ann Outtier-Vannerem krijgt CD&V-Award

Op zaterdag 25 augustus 2012 kreeg Kortenbergs schepen Ann Outtier-Vannerem een CD&V-award van de nationale partijleiding voor haar ruim aandeel in het project "Abdijpark".  Ann nam van bij de start van dit project het voortouw bij de onderhandelingen met de vzw Oude Abdij Kortenberg en was nadien op elke werfvergadering aanwezig.  Onder haar impuls werd ook het aangrenzende sportcomplex uitgebreid en gemoderniseerd, zodat de 'site Colomba', in het hart van Kortenberg, nu een wondermooie en vlot toegankelijke combinatie biedt van stille recreatie (met het Abdijpark) en actieve sport en vrije tijd (met een atletiekpiste, aangepaste voetbalinfrastructuur, een ravottersterrein (met basket- en voetbalmogelijkheden), rustige wandelwegen, een aangepaste en uitgebreide minihall en binnenkort ook nog een gerenoveerd (en extra-energiebesparend) dak aan de sporthal van Kortenberg.

Burgemeester Chris Taes (CD&V) feliciteerde Ann Outtier-Vannerem met de CD&V-award en beklemtoonde dat de realisatie van het ontspannings- en recreatiecentrum in het hart van de gemeente, het resultaat is van teamwerk: binnen CD&V, binnen het college van burgemeester en schepenen, binnen de gemeenteraad en in samenwerking met de vzw Oude Abdij Kortenberg.

Hij zag in die trofee ook een bevestiging van de kracht van het lokale bestuur in Kortenberg en benadrukte dat de gemeenteraadsverkiezingen van oktober over dit soort lokaal beleid gaan: "Sommige partijen willen van de gemeenteraadsverkiezingen een nationale boksmatch maken.  Wij niet.  Omdat het niet getuigt van veel respect voor lokale bestuurders en het werk dat zij doen.  Het zijn niet de grote namen uit Antwerpen, Brussel of Bergen die de problemen in Kortenberg zullen komen oplossen.  Het zijn de lokale politici die het hier moeten doen.  Mensen doen er goed aan hierover even na te denken voor ze het stemhokje binnenstappen.  Wie een ijzersterk kandidatenteam met veel bestuurskracht en een ambitieus programma belangrijk vindt voor de toekomst van de gemeente, kan dan zeker bij CD&V-Kortenberg terecht."

Na de uitreiking van de award aan schepen Ann Outtier-Vannerem ging de kandidatenploeg weer aan de slag, o.m. met het plaatsen van de eerste verkiezingsborden. 

donderdag 9 augustus 2012

Het koppelteken tussen 'ik' en 'wij'

Zeker op een moment dat de eerste programma’s voor de gemeenteraadsverkiezingen worden gepresenteerd, krijgen lokale politici weleens de vraag of hun ‘kleur’ iets uitmaakt op lokaal vlak: kan je een straat rood of blauw aanleggen?  Kan je een bibliotheek groen of oranje inrichten?  Maakt het eigenlijk wel een verschil welke ‘kleur’ je als plaatselijk politicus verdedigt of vertegenwoordigt?  Zijn al die programma’s niet grotendeels inwisselbaar? 

Vanuit mijn eigen ervaring als burgemeester kan ik getuigen dat de visie die je hebt op mens en samenleving – en de consequente toepassing ervan – wel degelijk een onderscheid maakt.

Politieke partijen zijn permanent op zoek naar aantrekkelijke en begrijpelijke definities van hun doctrine en hun ideologie, om op die manier ‘aansluiting bij de kiezer’ te vinden.  Dat heet een bijzonder moeilijke oefening te zijn, omdat die kiezer in de regel niet spontaan applaudisseert voor de complexiteit van maatschappelijke systemen en nog minder wild wordt van de diverse besluitvormingsmechanismen die er, met oeverloze procedures en beroepsmogelijkheden, kunnen op ingrijpen. 

Toch vind ik het als christendemocraat niet zo moeilijk om aan geïnteresseerde vraagstellers uit te leggen waarvoor we staan: christendemocratie is een politiek project dat de  koppeling maakt tussen ‘persoonlijke ontplooiing’ en ‘intermenselijke solidariteit’.  Wij zijn niet voor het individu als egoïst of voor een collectief dat met opgestoken vingertje bepaalt wat goed is voor ons en hoe we moeten leven.  Wij willen dat mensen voluit de kans krijgen om in het leven hun eigen weg te gaan én dat ze meewerken aan sociale rechtvaardigheid.  We zien een noodzakelijke samenhang tussen persoonlijke én sociale emancipatie, tussen individu en gemeenschap, tussen leven en samenleven.  De eerste afweging die we daarbij maken is: wat bevordert de kwaliteit van dat leven en samenleven?  Wat is goed en authentiek en duurzaam in de ontwikkeling van ons dorp en wat is niet meer dan een modetrend die morgen alweer voorbij is?  Een gemeenschap op mensenmaat, waar ieder lid van die gemeenschap thuis is, waar niemand uit de boot valt en waar we de diepe betekenis van ons leven en samenleven kunnen realiseren: dàt is christendemocratie.  De morele grondslag voor deze benadering putten we uit christelijke waarden die intussen gemeengoed zijn geworden en die algemeen worden erkend in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Als je die visie op mens en samenleving wil vergelijken met andere politieke benaderingen, kan je proberen de klassieke breuklijnen uit de politicologie te gebruiken: de levensbeschouwelijke (katholiek – vrijzinnig; gelovig – niet-gelovig); de sociaaleconomische (kapitalistisch – commnunistisch; rechts – links) en de communautaire (Vlaams – franstalig; eigen volk eerst - multiculturaliteit).  Die breuklijnen zijn in het politieke landschap echter steeds minder herkenbaar, omdat alle politieke partijen, uit electorale overwegingen, de neiging hebben om naar het ‘centrum’ te evolueren, waar de meeste kiezers te lokken zijn.  Je mag als goede liberaal best wel pleiten voor betere werkomstandigheden van bedienden.  Je mag als goede socialist best wel tonen dat je bloeiende ondernemingen belangrijk vindt.  Je mag als authentieke groene best wel een stijlvol pak dragen als je naar een receptie moet. En je mag als Vlaams-nationalist gerust een steeds gesluierde dame op een kieslijst zetten die nauwelijks een woord Nederlands kent.

Als iedereen drumt om zich in het ‘centrum’ van het politieke landscchap te positioneren en als iedere partij die zich respecteert de (electorale) ambitie heeft om een ‘brede volkspartij’ te worden en dus een zo groot mogelijk kiezerspotentieel te bedienen, waarin onderscheiden ze zich dan?  Met de klassieke breuklijnen geraak je er niet uit.  Iedereen is wel een béétje dit en ook een béétje dat.  Men wil vooral niemand voor het hoofd stoten.  En de tekstschrijvers op de partijhoofdkwartieren zullen er wel voor zorgen dat elke doelgroep zorgvuldig wordt afgedekt en niet in de kou moet blijven staan.  Is er dan toch geen kleur meer in de politiek?

Het onderscheid tussen partijen die het centrum opzoeken uit electorale berekening en zij die er thuishoren vanuit hun fundamentele ideologische benadering, wordt bepaald door het onderscheid tussen ‘de breuklijn’ of ‘het koppelteken’ als basisprincipe bij de organisatie van de samenleving.

Aan de ene kant heb je partijen en ideologieën die mensen of groepen tegen elkaar opzetten en daardoor met een zekere radicaliteit de belangen van de enen willen doen primeren op de belangen van de anderen (‘ik’ tegen ‘de andere(n)’, ‘wij’ tegen ‘zij’, werknemers tegen werkgevers, Vlamingen tegen anderstaligen,  Noord tegen Zuid, islam tegen de heidenen, geld tegen armoede, geweld tegen argeloosheid, nieuw tegen oud…).  Aan de andere kant heb je politieke bewegingen die mensen of groepen willen samenbrengen, die een harmoniemodel nastreven, die overleg voorrang geven op conflict, die mensen in hun waardigheid respecteren en met elkaar willen verbinden, die oplossingen zoeken in plaats van nieuwe problemen te creëren.

Als christendemocraat geloof ik in een politieke benadering die de ambitie heeft om het koppelteken te zijn tussen ‘ik’ en ‘wij’ en daar voel ik me helemaal in thuis.  Ook op lokaal niveau maakt dat een immens verschil.  Willen we fundamenteel aan samenlevingsopbouw doen en iedereen de kans bieden daaraan mee te werken of delen we mensen in in hokjes en hopen we dat ons hok het grootste wordt? 

Politiek op mensenmaat is beleid voeren dat de kwaliteit van het leven (met individuele noden, wensen, ambities en mogelijkheden) maximaal koppelt aan de kwaliteit van het samenleven (met toegankelijke en betaalbare collectieve voorzieningen, aangename leef- en woonkernen, ondersteuning voor wie tegenslag heeft, stimuleren van nieuwe initiatieven).  De kleur van de straat zal wellicht niet verschillen als mensen in ‘koppeltekens’ in plaats van in ‘breuklijnen’ redeneren.  Maar de aard en de inhoud van het beleid zeker wel.