Na overleg met de bevoegde raadscommissie en met de
bewonersvereniging Decibel 25L, keurde de Kortenbergse gemeenteraad unaniem een
nieuw Minderhinderplan voor de luchthavenomgeving goed. Burgemeester Chris Taes (CD&V) dankte alle
leden van de gemeenteraad voor het sterke signaal dat met deze unanieme
stemming naar de bevoegde overheden wordt gestuurd. Commissievoorzitter Koen Van Roey (CD&V)
lichtte toe welke elementen de basis vormden voor de consensus die werd
bereikt. Het minderhinderplan erkent de belangrijke economische waarde van de luchthaven als tewerkstellingspool voor de regio, maar vraagt evenzeer aandacht voor de leefbaarheid van de omwonenden.
Het nieuwe Minderhinderplan werd als volgt goedgekeurd. Nieuw is punt 10:
- het aantal slots voorzien voor de nachtperiode is momenteel, conform de huidige milieuvergunning, beperkt tot 16.000 per jaar. Dit aantal mag in de toekomst geenszins overschreden worden;
- de verdere, versnelde invoering van geluidsarme vliegtuigen;
- de effectieve beboeting van vliegtuigmaatschappijen die de voorgeschreven landings- en opstijgprocedures niet volgen en de juridische erkenning van de gevolgen ervan;
- de definitieve begrenzing van de vluchtgebonden activiteiten van de luchthaven tot het terrein dat momenteel afgebakend is in het gewestplan en het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (dus: geen verlenging van de huidige startbaan 25 L);
- een betere samenwerking met andere, regionale luchthavens in Vlaanderen en België;
- de inschakeling van andere verkeers- en vervoersmodi om de druk op Zaventem te verlichten (coördinatie met het HST-net, het gewone spoorverkeer en de binnenscheepvaart);
- een rechtvaardige spreiding van de lawaailast over àlle buurgemeenten, inclusief de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;
- het zo geluidsarm mogelijk inrichten van de proefdraaiplaats en verder beperken van grondlawaai;
- de nodige aandacht voor andere, minder merkbare vormen van pollutie, zoals water-, lucht- en bodemverontreiniging;
- er moet zo spoedig mogelijk werk worden gemaakt van een federale vliegwet, waarin de vliegtuigroutes, de windnormen en de opstijg- en landingsprocedures bindend worden vastgelegd en waarbij in de hoogst mogelijke mate wordt uitgegaan van het historische baangebruik van vóór 1999, waar de windrichting bepalend moet zijn voor de selectie van opstijg- en landingsprocedures;
- opmaak van een globaal Plan-MER voor de hele luchthavensite zodat alle mogelijke milieuhinder aan bod kan komen en bevoegdheidsdiscussies uitgesloten worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten