vrijdag 6 december 2019

Hoe zal Vlaanderen in de nationale luchthaven participeren?


Vandaag voorpaginanieuws op alle nieuwssites: “Vlaanderen wordt aandeelhouder in Brussels Airport”. Via de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) investeert de Vlaamse overheid naar verluidt iets meer dan 100 miljoen euro in een consortium rond het Nederlandse pensioenfonds APG en verwerft daarmee naar schatting 1,8 procent in de aandelenstructuur van de nationale luchthaven.

Dat kleine percentage volstaat niet om een zitje te verwerven in de raad van bestuur van Brussels Airport Holding, maar het verleent de Vlaamse overheid wel ‘recht van spreken’ over het beheer van de luchthaven van Zaventem.  In september 2018 maakte PMV al de intentie bekend om een participatie te nemen in het beheer van de nationale luchthaven, maar die operatie ging toen om tal van redenen niet door.  Nu is het toch zo ver en dat is in principe een goede zaak.  Want op die manier is de regio waarin de luchthaven gevestigd is structureel vertegenwoordigd in de beleidsorganen van het bedrijf.

De vraag is alleen: hoe zal de Vlaamse overheid precies participeren in het luchthavenbedrijf?  De eerste berichten wijzen op een vrij eenzijdige insteek.  In de krant ‘De Standaard’ lezen we: “De instap van het Vlaams Gewest in Brussels ­Airport is vooral symbolisch ­belangrijk. De luchthaven van ­Zaventem is de nationale lucht­haven maar ligt wel in het Vlaams Gewest. Het aangrenzende Brussels Gewest is een erg koele minnaar van de luchthaven en ­bemoeilijkt haar groei door strenge geluidsnormen te hanteren en stevige boetes uit te schrijven voor wie ze overschrijdt. In het ver­leden hebben daardoor al luchtvaartmaatschappijen voor vrachtvervoer hun koffers gepakt. Vlaanderen is echter gevoelig voor het belang van de luchthaven voor de economische groei en ­tewerkstelling.”

De nationale luchthaven is de op één na belangrijkste economische poort van Vlaanderen en verdient daarom inderdaad gepaste aandacht vanwege de overheid.  Maar de luchthaven is ook gevestigd in één van de dichtstbevolkte gebieden van het land en het welzijn en de gezondheid van de omwonenden verdienen daarom evenwaardige aandacht.  Bij de ontwikkeling van toekomstmodellen voor de luchthaven moet dus een evenwicht worden gevonden tussen het economische belang van de luchthaven en de omgevingskwaliteit voor de omwonenden.  Dat evenwicht is zeker mogelijk, zoals wordt aangetoond in het boek “Wellness aan de startbaan”.

Alleen zal dan het klassieke model van financiële participatie niet volstaan.  Indien het alleen de bedoeling zou zijn van PMV om via de participatie in Brussels Airport Holding elk jaar dividenden op te strijken en kritiekloos mee te gaan in de huidige uitbreidingsplannen van de luchthaven, die een regelrechte aanslag inhouden op de leefbaarheid van de brede luchthavenregio, dan zou dat een totaal gemiste kans zijn.

De overheid draagt immers niet alleen een financiële en economische verantwoordelijkheid ten aanzien van haar burgers, maar heeft ook de plicht om de gezondheid en het welbevinden van haar inwoners te beschermen en te verbeteren.  We kennen allemaal het riedeltje dat mensen die in de luchthavenomgeving gaan wonen, toch wel weten waar ze aan toe zijn en dat ze dus niet moeten komen klagen.  Wie naast een startbaan gaat wonen, weet inderdaad dat er hinder mee gepaard gaat.  Maar die heeft er wel niet voor gekozen dat de startbaan tot in zijn tuin wordt verlengd. 

In plaats van meewarig het hoofd te schudden wanneer omwonenden opkomen voor een gezonde en kwaliteitsvolle buurt, moet een verantwoordelijke overheid ervoor kiezen om exploitatieformules te stimuleren die economische concurrentiekracht combineren met respect voor de mensen die elke dag worden geconfronteerd met de mobiliteitsdruk, de luchtvervuiling en de geluidslast van een mega-onderneming.   De hinder volledig wegnemen is onmogelijk.  De hinder zo veel mogelijk verminderen is wél een beleidsoptie.

Het uitgangspunt van de (Vlaamse) overheid zou moeten zijn dat men de financiële participatie in de beleidsorganen van het luchthavenbedrijf gebruikt als hefboom om reële beslissingsmacht te kunnen uitoefenen, zodat men evoluties in deze strategisch belangrijke sector niet moet ondergaan, maar ze actief mee kan sturen.  En zodat men de omwonenden eindelijk een medebeslissende stem kan geven in de besluitvorming rond een bedrijf dat hun leven dag en nacht beïnvloedt.
Als beleidsvoerders het oprecht menen met hun voornemen om de kloof met de mensen in de Dorpsstraat te dichten, dan is het enig mogelijke alternatief dat ze daadwerkelijk naar die mensen luisteren, dat ze rekening houden met hun bekommernissen en bezorgdheden en dat ze bereid zijn om het beleid mét die mensen te “coproduceren”, zodat het dagelijkse “wij/zij”-steekspel wordt overstegen en er wordt samengewerkt aan een duurzame en leefbare toekomst.
Het is goed dat Vlaanderen via de ParticipatieMaatschappij in de nationale luchthaven investeert.  Het wordt nog veel beter wanneer die overheid van Vlaanderen een participerende maatschappij maakt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten