zondag 26 juli 2020

Onbegrijpelijke onbeslistheid


Ik zing niet mee in het koor van treiterige trollen die zonder onderscheid ‘de’ politici verguizen als nietsnutten en onbekwame zakkenvullers. Die trollen volgen alleen maar de instructies van hun anonieme fluisteraars. Op alle beleidsniveaus zijn er bekwame en hardwerkende vrouwen en mannen die zich met alle kracht en overtuiging inzetten om de coronacrisis het hoofd te bieden.  Laat ons met die vaststelling beginnen.

Er zijn verschillende factoren die verklaren waarom de aanpak van deze nooit geziene gezondheidscrisis niet zo vlot en coherent gebeurt als we wel zouden hopen: het virus kent een ongewoon en ongekend verspreidingspatroon, waarbij je door iemand besmet kunt worden vooraleer hij of zij symptomen van besmetting vertoont; de precieze reproductiemethode van COVID-19 is na een halfjaar nog steeds niet 100% duidelijk en de psychologische belasting van de – noodzakelijke – sociale terughoudendheid is enorm groot.  Voor sommigen té groot.

We fronsen al iets méér de wenkbrauwen wanneer we vaststellen dat niet minder dan 9 (negen!) excellenties bevoegd waren om mondkapjes aan te kopen, waarbij ze zichzelf en elkaar voor de voeten liepen en gretig de zwartepiet doorspeelden wanneer er iets fout liep.  Ondanks het respect voor de bevoegdheidsverdeling tussen het federale overheidsniveau en dat van de deelstaten, zou het in deze ongeziene crisissituatie me dunkt toch mogelijk moeten zijn geweest om één iemand operationeel bevoegd te maken voor de coördinatie van deze bevoorradingsinspanning, waardoor een droeve vaudeville vermeden had kunnen worden. In theorie was dat de bedoeling. De praktijk was anders.

We moeten toenemend ons ongeloof uit de ogen wrijven wanneer we elke dag horen herhalen hoe het traceersysteem voor besmette personen kwakkelt en kraakt, hoe informatie vanuit labo’s en triagecentra wekenlang tergend traag werd verwerkt en steeds te laat werd bezorgd aan de call centers die bovendien nog steeds wachten op een performant digitaal platform om alle gegevens te verzamelen, te verwerken en te analyseren.  We zouden nu volgende week – jawel, volgende week – een aanpassing van het systeem mogen verwachten, waarbij besmette personen zélf kunnen terugbellen naar het call center wanneer ze toevallig niet bereikbaar waren bij de eerste contactname.  Wat een prestatie!

In plaats van de operatoren die in de call centers met hun vingers zaten te draaien na enkele weken naar huis te sturen 'omdat ze toch geen werk hadden', had men hen beter een opleiding gegeven om lokaal de huisartsenkringen te ondersteunen die veel beter geplaatst zijn om snel en efficiënt informatie door te spelen en die vanuit een vertrouwensrelatie patiënten ervan kunnen overtuigen om hun contactgegevens eerlijk mee te delen.

Allemaal goed en wel. Maar de belabberde onbeslistheid waarmee nu de twééde golf van het coronavirus door de federale en de regionale overheden wordt benaderd, is niet alleen onbegrijpelijk.  Dat gebrek aan daadkracht, communicatie en beslistheid is ronduit verbijsterend.

De gezondheidsexperten (virologen, immunologen, infectiologen, biostatistici, intensivisten, e.d.m.) werden door de toppolitici met grote trom binnengehaald bij de eerste opflakkering van het gevreesde virus om duidelijk te maken hoe gevaarlijk en uitzonderlijk de nieuwe pandemie was en om te verantwoorden waarom draconische maatregelen moesten worden genomen.

Nu, na een algemene versoepeling van de strikte coronamaatregelen, volgend op drie maanden van gedisciplineerde lockdown, de beleidsschroef weer wat moet worden aangedraaid omdat een groeiend aantal onverantwoordelijke vrijbuiters meent dat àlles weer ‘moet kunnen’, aarzelen de beleidsmakers en fluiten ze de experten terug.   

We hebben geen volgende opiniepeiling nodig om te weten hoe ‘de bevolking’ –  die stille, zwijgende meerderheid –  zal oordelen over de weifelende, warrige, wisselvallige houding van de bestuursinstanties die verantwoordelijk zijn voor de huidige impasse.  Het oordeel zal vernietigend zijn.

Men roffelt zich in Brussel nu fier op de borst dat de lokale overheden meer armslag krijgen om ‘lokale uitbraken’ te bestrijden en in te perken.  Maar dat is too little and too late.  Lokale overheden dienen niet om met spuug en paktouw de gaten te dichten van een dijkbreuk die de hogere overheden hadden moeten voorkomen.   

Door de aarzeling om sociale contacten in een vroegere fase opnieuw drastisch te beperken en op die manier tegelijk de economie draaiende te houden, een tweede algemene lockdown te voorkomen en doelgerichte, beperkte ingrepen hun nut te laten bewijzen, hebben de regionale en federale overheden een doorbraak van de tweede COVID-19-golf niet in de kiem kunnen smoren.  Daardoor volstaat een lokale aanpak niet meer en zal men nu, noodgedwongen, via een ‘vervroegde’ vergadering van de Nationale Veiligheidsraad de vooruitziende aanpak van sommige steden, gemeenten en provincies achterna moeten huppelen.

Hulde aan Cathy Berx, de provinciegouverneur van Antwerpen, die zich de laatste weken heeft ontpopt tot de échte crisismanager in deze moeilijke coronatijden.  Hulde aan Erika Vlieghe die de moed heeft om haar functie in de GEES in vraag te stellen indien er niet langer op een correcte manier kan worden samengewerkt tussen de wetenschappelijke experten en de politiek verantwoordelijken.  Hulde aan de vele burgemeesters en gemeentebesturen overal te lande, die ondanks en niet dankzij de maatregelen van de diverse hogere overheden daadkrachtig doen wat ze denken te moeten doen om de uiterst gevaarlijke tweede golf van de coronabesmettingen te voorkomen of in te dijken.

De vraag die een kritische pen over dit soort toestanden vaak krijgt tegengeworpen, is: “Zou jij het dan beter kunnen?”

Wat denkt u zelf? ...


4 opmerkingen:

  1. Chris, grotendeels eens met je analyse. Maar nu : que faire ? Het is duidelijk dat er een soort permanent crisismanagement de politiek moet adviseren bij crisissen die toch regelmatig opduiken (bankencrisis, gezondheidscris, klimaatcrisis, mobiliteitscrisis,...) en dat de politiek die adviezen au serieux neemt. Maar de huidige generatie politici zijn eerder anti-advies en inspraak : de primauteit van de politiek dreigt de ondergang van de politiek te bespoedigen !

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Er is nood aan eenheid in commando en eenheid in communicatie, waarbij experten begrip tonen voor de bredere maatschappelijke context van deze ongeziene crisis en waarbij politici doortastender zijn in het treffen van - liefst preventieve - maatregelen. De volgende opiniepeiling is minder belangrijk dan de aanpak van COVID-19.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik snap niet waarin deze crisissituatie verschilt van elke andere : in de verschillende analyses na crisissituaties (o.a. de onderzoekscommissie naar aanleiding van de aanslagen in Zaventem en Maalbeek), kwam telkens naar voor dat 1 van de grootste gebreken net het gebrek aan eenheidscommando was : 1 persoon die regelt en beslist.
    Dit werd geregeld in de latere wetten, decreten en omzendbrieven die de aanpak van een crisis beschrijft. Hierin wordt duidelijk de structuur naar voor gedragen waarbij de verschillende disciplines (D1-D5) functioneren onder één CP-OPS. Waarom wordt dat hier niet toegepast ?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Zeer terechte opmerking, Didier. Eenheid van commando is essentieel in het beheer en de beheersing van een dergelijke crisis.

    BeantwoordenVerwijderen