maandag 21 juli 2014

Provincies zijn niet het probleem, maar de oplossing


Het is positief dat niet alleen de meeste Vlaamse politieke partijen, maar ook academici en opiniemakers pleiten voor het versterken van de bestuurskracht en de autonomie van de lokale besturen.  Gemeente- en stadsbesturen sluiten immers het dichtst aan bij wat mensen van ‘de overheid’ verwachten.

Om die bestuurskracht te versterken, zijn er nogal wat pleidooien voor lineaire schaalvergrotingen, onder de vorm van nieuwe fusies.  Men wil daardoor in de toekomst vermijden dat kleinere gemeenten verdrinken in de regelgeving en dat ze voor tal van bestuurstaken een beroep moeten doen op vaak ondoorzichtige en niet steeds democratisch functionerende intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (zogenaamde intercommunales).

Alleen roepen de voorgestelde remedies meer vragen dan antwoorden op.  Verplichte fusies leiden inderdaad tot schaalvergroting en bundeling van middelen en personeel, maar niet noodzakelijk tot grotere efficiëntie en al zeker niet tot kostenbeheersing.  Dat hebben de fusies van gemeenten in 1976 en de fusies van politiediensten in 2001 onweerlegbaar bewezen. Bovendien doen ook vandaag steden van 30.000 of 50.000 inwoners nog vaak een beroep op intergemeentelijke samenwerkingsverbanden om bepaalde bovenlokale opdrachten (zoals bv. huisvuilophaling en –verwerking, sociale woningbouw, nutsvoorzieningen, economische streekontwikkeling) te kunnen uitvoeren.  Wat is dan de kritische ‘grootte’ van een gemeente om volledig autonoom te kunnen werken?  100.000 of 200.000 inwoners?  Om dan vervolgens oplossingen te moeten zoeken die de kloof tussen burgers en politiek kunnen dichten?  De remedie is dan erger dan de kwaal.

Het fusieverhaal wordt vaak gecombineerd met de idee om de provinciebesturen af te schaffen en te werken met kleinere, vaste (stads)regio’s?  Dan rijst een dubbel probleem: men schaft één democratisch gelegitimeerde tussenstructuur (de provincie) af om er vele andere in het leven te roepen.  Wie zal deze (stads)regio’s sturen en besturen?  Zijn dat rechtstreeks verkozen bestuurders of vertegenwoordigers van de steden en gemeenten?  Welke dan?  Met welke middelen?  Wie zal deze (stads)regio’s coördineren en ‘grensconflicten’ beslechten? 

Bovendien bieden vaste (stads)regio’s, in welk formaat ook, helemaal geen oplossing voor de nood aan wisselende samenwerkingsverbanden.  Die worden immers niet steeds bepaald door geografische omschrijvingen.

Dé uitdaging is om lokale besturen ‘op maat’ en met voldoende democratische controle en transparantie te ondersteunen.  En dat kan.  Met de provincies.

Waarom zouden gemeenten bepaalde horizontale taken niet kunnen ‘uitbesteden’ aan de provincie, zoals ze dat nu al doen met de GAS-boetes of met het onderhoud van waterlopen?  En waarom zouden de provincies geen coördinerend, ondersteunend en faciliterend streekbestuur kunnen zijn dat op maat oplossingen zoekt voor sectoriële (bv. sport, toerisme, streekontwikkeling) of structurele (bv. milieu, ruimtelijke ordening, wegenwerken, mobiliteit) uitdagingen van steden en gemeenten, volgens hun eigen behoefte en hun eigen capaciteit?

Het provinciebestuur van de toekomst zou zo een flexibele schakel kunnen vormen in de samenwerking tussen lokale besturen enerzijds en de Vlaamse, federale en Europese instellingen anderzijds.  De provincies zouden, als streekbesturen, ook veel uitdrukkelijker de katalysator en de spreekbuis kunnen zijn voor de bovenlokale belangen van de lokale besturen.  Dat vergt nieuwe, innovatieve en productieve vormen van samenwerking, maar de mogelijkheden daartoe liggen voor het grijpen.  Het volstaat ze te willen zien.

Laat ons van de provincies als ‘probleem’ de provincies als ‘oplossing’ maken.  Niet om per se oude tradities in stand te houden, maar om nieuwe, creatieve oplossingen te vinden voor het verhogen van de bestuurskracht van lokale besturen.  Op maat en met een volwaardige democratische legitimering.

Vanuit mijn ervaring als burgemeester en als provincieraadslid, hoop ik dat de nieuwe Vlaamse regering deze piste wil bewandelen en dat de provinciebesturen worden beschouwd als de beste bondgenoten van de lokale besturen in een complexe bestuurlijke omgeving.  Ze zijn daartoe zeker bereid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten