Vlaams-Brabantse CD&V-fractie antwoordt op vakbondsvragen rond nieuwe personeelsformatie

Gisteren kregen alle provincieraadsleden bij het binnengaan van de vergaderzaal een brief van de vakbonden i.v.m. het nieuwe personeelsbehoeftenplan en de nieuwe personeelsformatie.  Daarin stelden ze vragen over de overlegprocedures die het provinciebestuur volgt bij de invoering van het nieuwe personeelskader.  Vandaag kregen de vakbonden vanwege de CD&V-fractie in de Vlaams-Brabantse provincieraad een antwoord via een brief van fractievoorzitter Chris Taes.

Taes schrijft: “Voor de CD&V-fractie zijn transparantie en overleg van fundamenteel belang in de relatie tussen het provinciebestuur en het provinciepersoneel.  De vraag is op welk moment verschillende vormen van overleg mogelijk en opportuun zijn.

Als we goed geïnformeerd zijn, is er over het personeelsbehoeftenplan reeds informeel overleg geweest tussen de provinciegriffier, als hoofd van de provinciale administratie, en een delegatie van de vakbonden.  Bovendien werd door de provinciegriffier twee maal een plenaire toelichting belegd over de stand van zaken aan alle geïnteresseerden van het provinciepersoneel.

Pas zeer recent (vorige week) heeft de deputatie zich voor het eerst officieel uitgesproken over het personeelsbehoeftenplan en heeft ze een principiële beslissing getroffen over het nieuwe kader van de personeelsformatie.  Op zeer korte termijn zullen deze intenties en voorstellen nu besproken worden in de daartoe voorziene overlegorganen (HOC – Hoog Overlegcomité en BOC – Bijzonder Overlegcomité).  We zien daarin de mogelijkheid voor de vakbonden om voluit en in volledige transparantie alle relevante opmerkingen, suggesties en eventuele kritiek te formuleren.

Parallel zal het nieuwe kader van de personeelsformatie ook besproken worden in de bevoegde raadscommissie van de provincieraad (raadscommissie financiën, fiscaliteit, vorming, personeel en informatica), om  dan vermoedelijk op de plenaire vergadering van de provincieraad van 19 november a.s. besproken en beslist te worden.

We zijn de mening toegedaan dat het weinig zinvol zou zijn geweest om met de vakbonden overleg te plegen over het nieuwe kader van de personeelsformatie vooraleer er een uitgewerkt, becijferd, coherent en concreet voorstel op tafel lag.  We hebben er alle vertrouwen in dat de deputatie dit overleg op een constructieve en open manier zal voeren.

We willen erop wijzen dat naar aanleiding van de tweede besparingsronde vanuit de Vlaamse overheid (lees: een onaangekondigde en niet-overlegde amputatie van de middelen van onze provincie met een bedrag van 4,5 miljoen euro), het provinciebestuur niet overweegt deze middelen te recupereren via personeelsbesparingen.  Op zich is dat reeds een niet-geringe prestatie.

Vanuit de CD&V-fractie hopen we dan ook dat we in de vakbonden overtuigde bondgenoten mogen vinden wanneer het erop aankomt het provinciebestuur alle noodzakelijke middelen en mogelijkheden te bieden om, na de interne staatshervorming, zijn kerntaken volwaardig te kunnen blijven uitoefenen.”

Daarmee hebben de vakbonden een duidelijk zicht op het standpunt van de CD&V-fractie in de Vlaams-Brabantse provincieraad.