Federaal volksvertegenwoordiger
Carl Devlies (CD&V) stelde
op 23 oktober jl. in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken een vraag aan
federaal minister van binnenlandse zaken Joëlle
Milquet (Cdh) over het uitblijven van een billijke compensatieregeling
voor de lokale politiezone HERKO (Herent-Kortenberg) i.v.m. de supplementaire
taken die al sinds 2002 door deze lokale politie moeten worden uitgevoerd
wegens de aanwezigheid van de gesloten jeugdinstelling voor jonge delinquenten
in Everberg (Kortenberg).
Sinds 2002
(!) zijn de opeenvolgende colleges van burgemeester en schepenen van
Kortenberg en de politiecolleges van
zone HERKO vragende partij om met Binnenlandse Zaken en met Justitie een
formele, schriftelijke regeling te treffen in verband met de compensaties die de
politiezone HERKO zou krijgen voor de aanwezigheid van deze jeugdinstelling op
ons grondgebied. Het uitgangspunt van toenmalig premier Verhofstadt was
dat de aanwezigheid van deze gesloten jeugdinstelling geen enkel nadelig effect
zou hebben op de inzet van onze politiediensten. Dat is overduidelijk een
loze belofte gebleken. Sinds de komst van de gesloten jeugdinstelling in
Everberg, heeft de federale overheid ook nog een aantal FORDULAS-bedden
voorzien in de Psychiatrische afdeling van het UZ Sint-Jozef (voor minderjarige
delinquenten met een psychiatrische of psychotische problematiek), waarvoor de
inzet van de politiediensten nog veel groter is en waarvoor tot nog toe geen
enkele compensatie werd toegekend.
Na meer dan
11 (ELF) jaar wachten, is er nog steeds geen formele overeenkomst met de
federale overheid (BiZa en Justitie) over de compensaties.
De
zogenaamde ‘KUL-norm’ die bepaalt hoe veel federale toelage elke politiezone
krijgt, houdt geen rekening met De Grubbe en met de FORDULAS-bedden in UZ
Sint-Jozef, omdat die KUL-norm werd vastgelegd voor de gesloten jeugdinstelling
bestond en voor er sprake was van een speciale afdeling in UZ Sint-Jozef.
Minister
Milquet antwoordde in de Kamercommissie dat politiezone HERKO sinds 2010 (!)
een compensatie ontvangt van € 75.832 per jaar.
Ten eerste is dit geen structurele toelage, maar een ‘gunst’ die
jaarlijks kan worden herzien. Ten tweede
kan dit bezwaarlijk een eerlijke en ernstige compensatie worden genoemd. Het kabinet van de vorige minister van
Binnenlandse Zaken, Annemie Turtelboom (Open Vld), was het eens met een
compensatie ten belope van één hoofdinspecteur en zes inspecteurs (of het
financiële equivalent daarvan). De reden
waarom de compensatie toen niet structureel werd verankerd, was dat de
regering-Leterme viel vooraleer de regeling in de praktijk kon worden
toegepast.
Nu
antwoordde minister Milquet dat het CIK (Interventiekorps van de federale
politie) in Leuven zal worden uitgebreid met vijf inspecteurs . Maar die vijf inspecteurs worden niet
specifiek toegewezen aan de zone HERKO en zullen ingezet worden in het hele
arrondissement. Concreet zal dat op het
terrein dus weinig of geen soelaas bieden.
Minister
Milquet antwoordde volksvertegenwoordiger Devlies letterlijk: “Om budgettaire
redenen is het niet mogelijk om bijkomende personeelsleden van de federale
politie op permanente basis te detacheren naar de lokale politie.”
Burgemeester Chris Taes (CD&V) kan deze uitspraak niet
aanvaarden. Hij stelt immers vast dat de
federale minister van binnenlandse zaken op het vlak van ‘beschikbare
budgettaire middelen’ met twee maten meet.
Zo besliste minister Milquet in 2012 tot de aanwerving van 100
bijkomende politieambtenaren van de Spoorwegpolitie van Brussel, kende ze in
datzelfde jaar 50 bijkomende politieambtenaren van de federale reserve van het
Interventiekorps toe aan Brussel en werden 250 bijkomende politieambtenaren
beloofd voor de politiezones van de Regio Brussel-Hoofdstad, die uitsluitend
moeten instaan voor controles van haltes en stations van het openbaar vervoer. Op de webstek van minister Milquet kan men
lezen dat dit extra-contingent van 400 inspecteurs structureel wordt bevestigd
vanaf het budget 2014. Maar voor de
politiezone HERKO is een structurele tegemoetkoming van 7 (zeven)
politieambtenaren blijkbaar onbespreekbaar.
Burgemeester
Taes stelt vast dat bij het toekennen van extra-middelen voor de politie vanuit
de federale overheid – wellicht niet toevallig – de term ‘Brussel’ heel vaak
voorkomt en heeft het over een onrechtvaardige en onevenwichtige besteding van middelen
uit de federale staatskas aan voornamelijk Brusselse politienoden. Hij onderstreept ook dat de politiezone HERKO
nu reeds een onevenredig groot bedrag aan middelen vanuit de eigen
gemeentebegrotingen moet besteden (2/3 gemeentelijke tussenkomst, 1/3 federale
tussenkomst) aan politiezorg en dat dit zeker niet beantwoordt aan het
financiële plaatje dat bij de start van de politiehervorming werd
voorgespiegeld.
Hij noemt
het uitwerken van een billijke compensatieregeling voor de politiezone HERKO,
als gevolg van de inplanting van de federale gesloten jeugdinstelling voor
jonge delinquenten in Everberg, een test voor de communautaire
geloofwaardigheid van de minister van binnenlandse zaken. Indien de beschikbare federale middelen voor
de ondersteuning van politiediensten bijna uitsluitend worden gebruikt om
tegemoet te komen aan specifieke Brusselse noden en indien daardoor de
rechtmatige belangen van lokale politiezones in het gedrang komen die de
gevolgen van federale instellingen op hun grondgebied moeten dragen, dan is het
evenwicht zoek en is er een politiek probleem.
Indien minister Milquet niet de
Brusselse, maar de federale minister van binnenlandse zaken wil zijn, dan moet
ze bewijzen dat ze objectief, zonder vooringenomenheid en met de nodige
loyauteit instaat voor de praktische en financiële gevolgen van federale
instellingen die, overigens zonder enige vorm van inspraak of overleg, in
Kortenberg werden ingeplant. Indien ze
dat niet doet, bezondigt ze zich aan communautair favoritisme. Dat ondermijnt het vertrouwen in de federale instellingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten