vrijdag 8 november 2013

Minister Milquet meet met twee politiematen


Federaal volksvertegenwoordiger Carl Devlies (CD&V) stelde op 23 oktober jl. in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken een vraag aan federaal minister van binnenlandse zaken Joëlle Milquet (Cdh) over het uitblijven van een billijke compensatieregeling voor de lokale politiezone HERKO (Herent-Kortenberg) i.v.m. de supplementaire taken die al sinds 2002 door deze lokale politie moeten worden uitgevoerd wegens de aanwezigheid van de gesloten jeugdinstelling voor jonge delinquenten in Everberg (Kortenberg).

Sinds 2002 (!) zijn de opeenvolgende colleges van burgemeester en schepenen van Kortenberg  en de politiecolleges van zone HERKO vragende partij om met Binnenlandse Zaken en met Justitie een formele, schriftelijke regeling te treffen in verband met de compensaties die de politiezone HERKO zou krijgen voor de aanwezigheid van deze jeugdinstelling op ons grondgebied.  Het uitgangspunt van toenmalig premier Verhofstadt was dat de aanwezigheid van deze gesloten jeugdinstelling geen enkel nadelig effect zou hebben op de inzet van onze politiediensten.  Dat is overduidelijk een loze belofte gebleken.  Sinds de komst van de gesloten jeugdinstelling in Everberg, heeft de federale overheid ook nog een aantal FORDULAS-bedden voorzien in de Psychiatrische afdeling van het UZ Sint-Jozef (voor minderjarige delinquenten met een psychiatrische of psychotische problematiek), waarvoor de inzet van de politiediensten nog veel groter is en waarvoor tot nog toe geen enkele compensatie werd toegekend.

Na meer dan 11 (ELF) jaar wachten, is er nog steeds geen formele overeenkomst met de federale overheid (BiZa en Justitie) over de compensaties. 

De zogenaamde ‘KUL-norm’ die bepaalt hoe veel federale toelage elke politiezone krijgt, houdt geen rekening met De Grubbe en met de FORDULAS-bedden in UZ Sint-Jozef, omdat die KUL-norm werd vastgelegd voor de gesloten jeugdinstelling bestond en voor er sprake was van een speciale afdeling in UZ Sint-Jozef.

Minister Milquet antwoordde in de Kamercommissie dat politiezone HERKO sinds 2010 (!) een compensatie ontvangt van € 75.832 per jaar.  Ten eerste is dit geen structurele toelage, maar een ‘gunst’ die jaarlijks kan worden herzien.  Ten tweede kan dit bezwaarlijk een eerlijke en ernstige compensatie worden genoemd.  Het kabinet van de vorige minister van Binnenlandse Zaken, Annemie Turtelboom (Open Vld), was het eens met een compensatie ten belope van één hoofdinspecteur en zes inspecteurs (of het financiële equivalent daarvan).  De reden waarom de compensatie toen niet structureel werd verankerd, was dat de regering-Leterme viel vooraleer de regeling in de praktijk kon worden toegepast.

Nu antwoordde minister Milquet dat het CIK (Interventiekorps van de federale politie) in Leuven zal worden uitgebreid met vijf inspecteurs .  Maar die vijf inspecteurs worden niet specifiek toegewezen aan de zone HERKO en zullen ingezet worden in het hele arrondissement.  Concreet zal dat op het terrein dus weinig of geen soelaas bieden.

Minister Milquet antwoordde volksvertegenwoordiger Devlies letterlijk: “Om budgettaire redenen is het niet mogelijk om bijkomende personeelsleden van de federale politie op permanente basis te detacheren naar de lokale politie.”

Burgemeester Chris Taes (CD&V) kan deze uitspraak niet aanvaarden.  Hij stelt immers vast dat de federale minister van binnenlandse zaken op het vlak van ‘beschikbare budgettaire middelen’ met twee maten meet.  Zo besliste minister Milquet in 2012 tot de aanwerving van 100 bijkomende politieambtenaren van de Spoorwegpolitie van Brussel, kende ze in datzelfde jaar 50 bijkomende politieambtenaren van de federale reserve van het Interventiekorps toe aan Brussel en werden 250 bijkomende politieambtenaren beloofd voor de politiezones van de Regio Brussel-Hoofdstad, die uitsluitend moeten instaan voor controles van haltes en stations van het openbaar vervoer.  Op de webstek van minister Milquet kan men lezen dat dit extra-contingent van 400 inspecteurs structureel wordt bevestigd vanaf het budget 2014.   Maar voor de politiezone HERKO is een structurele tegemoetkoming van 7 (zeven) politieambtenaren blijkbaar onbespreekbaar.

Burgemeester Taes stelt vast dat bij het toekennen van extra-middelen voor de politie vanuit de federale overheid – wellicht niet toevallig – de term ‘Brussel’ heel vaak voorkomt en heeft het over een onrechtvaardige en onevenwichtige besteding van middelen uit de federale staatskas aan voornamelijk Brusselse politienoden.  Hij onderstreept ook dat de politiezone HERKO nu reeds een onevenredig groot bedrag aan middelen vanuit de eigen gemeentebegrotingen moet besteden (2/3 gemeentelijke tussenkomst, 1/3 federale tussenkomst) aan politiezorg en dat dit zeker niet beantwoordt aan het financiële plaatje dat bij de start van de politiehervorming werd voorgespiegeld.

Hij noemt het uitwerken van een billijke compensatieregeling voor de politiezone HERKO, als gevolg van de inplanting van de federale gesloten jeugdinstelling voor jonge delinquenten in Everberg, een test voor de communautaire geloofwaardigheid van de minister van binnenlandse zaken.  Indien de beschikbare federale middelen voor de ondersteuning van politiediensten bijna uitsluitend worden gebruikt om tegemoet te komen aan specifieke Brusselse noden en indien daardoor de rechtmatige belangen van lokale politiezones in het gedrang komen die de gevolgen van federale instellingen op hun grondgebied moeten dragen, dan is het evenwicht zoek en is er een politiek probleem.

Indien minister Milquet niet de Brusselse, maar de federale minister van binnenlandse zaken wil zijn, dan moet ze bewijzen dat ze objectief, zonder vooringenomenheid en met de nodige loyauteit instaat voor de praktische en financiële gevolgen van federale instellingen die, overigens zonder enige vorm van inspraak of overleg, in Kortenberg werden ingeplant.  Indien ze dat niet doet, bezondigt ze zich aan communautair favoritisme.   Dat ondermijnt het vertrouwen in de federale instellingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten