maandag 28 maart 2011

More matter with less art

Polonius:
Your noble son is mad:
Mad call I it, for to define true madness,
What is't but to be nothing else but mad?
But let that go.

Queen:
More matter with less art.

Polonius:
Madam, I swear I use no art at all
That he's mad, 'tis true, 'tis true 'tis pity,
And pity 'tis 'tis true—a foolish figure,
But farewell it, for I will use no art.


In William Shakespeares onvolprezen meesterwerk, Hamlet, probeert Polonius, het archetype van de wollige, behaagzieke hoffunctionaris, aan Hamlets moeder, koningin Gertude, duidelijk te maken dat haar zoon gek is.  Hij doet dat met zo veel voorzichtigheid en vormelijkheid, dat hij voortdurend rond de pot blijft draaien.

Ten einde raad zegt koningin Gertrude tegen de kronkelende vleier: “More matter with less art.”  of met de nodige dichterlijke vrijheid vertaald: “Zeg nu eens eindelijk waar het op staat en hou op met de listig geformuleerde wazigheden.”

Het antwoord van Polonius is bijzonder tragisch en extreem grappig tegelijk.  Hij zegt dat hij geen listige, onduidelijke formuleringen gebruikt, maar raakt daarbij in zijn eigen dubbelzinnigheden verstrikt.

Het wordt tijd dat we met z’n allen tegen de federale verkiezingsonverwinnaars zeggen: ‘More matter with less art’.  Hou na negen maanden nu eens op met tactische spelletjes en puur partijpolitieke en electorale berekeningen, en maak nu eindelijk eens duidelijk waar het om gaat.  Onder welke voorwaarden is een communautair akkoord mogelijk en welke gezamenlijke strategie ‘van het gezond verstand’ kunnen we volgen om een consequent sociaal-economisch beleid te voeren, om de asielproblematiek aan te pakken, om een nieuw sociaal pact af te sluiten (met garanties voor tewerkstelling en pensioenen), om de kwaliteit van het leven en samenleven te bevorderen en om te beantwoorden aan de richtlijnen van de Europese Unie.

De PS en de N-VA hebben vandaag, zoals negen maanden geleden, de sleutel in handen.  Zij hebben de morele en politieke verantwoordelijkheid om de huidige impasse te doorbreken en de eerste stap te zetten.  Als ze hierin niet slagen – omdat ze niet kunnen of omdat ze niet willen –, dan doen ze groot onrecht aan het overduidelijke mandaat dat ze van de kiezers hebben gekregen op 13 juni 2010.  Het volstaat niet de verkiezingen te winnen.  Wie de verkiezingen wint, heeft de plicht de claim op zijn beloftes ook waar te maken.

Aangezien Bart De Wever en Elio di Rupo er de voorbije negen maanden kennelijk niet in geslaagd zijn om het onder elkaar eens te worden over de contouren van een nieuwe staatsstructuur, met meer bevoegdheden en financiële verantwoordelijkheid voor de deelstaten, en over de fundamentele uitgangspunten die uitzicht kunnen bieden op een werkbaar federaal regeerakkoord, wordt het nu stilaan tijd voor een andere methodiek, die moet leiden tot een moment van de waarheid, met ‘more matter with less art’.

CD&V-voorzitter Wouter Beke geniet – zo beweert men in koor – als onderhandelaar het vertrouwen van alle partijen die tot nog toe van ver of nabij betrokken zijn geweest bij de opeenvolgende pogingen om een communautair akkoord tot stand te brengen, dat enerzijds de autonomie en de financiële verantwoordelijkheid van de deelstaten garandeert en dat anderzijds het federale staatsverband veilig stelt binnen de context van het toenemende belang van de Europese Unie.  Hij heeft het mandaat om, op basis van zijn bevoorrechte dialoog met de verkiezingsoverwinnaars N-VA en PS en na overleg met de politieke partijen die hun steun kunnen verlenen aan een duurzaam communautair akkoord, iedereen een duidelijk kleur te doen bekennen.

Als de verkiezingsoverwinnaars schrik blijven hebben van hun eigen schaduw, kan Wouter Beke, als discrete onderhandelaar, een eigen, weloverwogen voorstel fomuleren, dat enerzijds voortbouwt op de fundamentele doelstellingen van de Octopusnota, die op een zeer brede Vlaamse consensus kan rekenen, en dat anderzijds zo veel mogelijk rekening houdt met punten waarop de verkiezingsoverwinnaars N-VA en PS het eens kunnen worden.  Het voorstel moet perspectief bieden op een duurzaam akkoord en moet een fundamentele hervorming van de staatsstructuur (inclusief een oplossing voor B-H-V, een verregaande responsabilisering van de deelstaten en een regeling voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) mogelijk maken.  Op basis van een dergelijk voorstel moet elke partij, groot en klein, dan maar kleur bekennen.   

Wie mee wil, zal deel uitmaken van de tweederdemeerderheid die de staatshervorming verder zal uitwerken.  Wie niet mee wil, zal hiervoor de volle verantwoordelijkheid moeten dragen. 

De tijd van tactische spelletjes over wie in bed wil liggen met wie, is stilaan voorbij.  Nu gaat het om fundamentele beleidskeuzes, die de toekomst van Vlaanderen en van het federale staatsverband zullen bepalen. 

Een evenwichtig inhoudelijk voorstel zal moeten uitgaan van de verkiezingsuitslag in Vlaanderen die zonder enige twijfel een roep om méér autonomie en méér responsabilisering inhoudt én met de verkiezingsuitslag in Wallonië, die duidelijke garanties vraagt voor het federale staatsverband.  Daarbij kunnen de Vlamingen onmogelijk tolereren dat de Franstalige minderheid de wil van de meerderheid tot structurele verandering blijft miskennen of verdacht maken. Wie de federale solidariteit wil behouden, zal de democratische wil van de meerderheid moeten respecteren.  Wie rekent op goodwill van de meerderheid om de rechten van de minderheid te respecteren, moet bereid zijn om op fundamentele punten de wil van de meerderheid te respecteren. 

Als de CD&V-onderhandelaar een dergelijk voorstel formuleert, is het moment van de waarheid onontkoombaar.  Geen sprake meer van theoretische strategospelletjes van wie het met wie zou kunnen doen.  Men zal ‘ja’ of ‘neen’ moeten zeggen over de inhoud en op basis daarvan mee het stuur in handen nemen of als een verongelijkte Calimero aan de kant gaan staan. 

More matter with less art.  Het moment nadert.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten